Let’s TALK...

Het ‘verspillingsschap’ van Jumbo Verberne

Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Deze column van Evelyn is eerder verschenen in de Foodpersonality.

Jumbo-franchiser George Verberne in Wageningen is met een ‘anti-verspillingsschap’ begonnen. Een schap vol met producten, gemaakt van groente etc., die anders weggegooid zouden worden en die gebruikt zijn voor het maken van nieuwe producten. Op naar Wageningen. Daar aangekomen valt het niet te missen: een grote banner en vlaggen boven de ingang met ‘Verspilling is verrukkelijk’ en ‘Stel je eens een wereld voor, waarin we nooit meer eten hoeven weg te gooien.

De producten zijn gemakkelijk te vinden: prominent gepresenteerd, direct na de agf-afdeling, op de kopstelling – de mooiste houdbare schapmeter van de winkel, denk ik – staat deze display, met erboven: ‘Verspilling is verrukkelijk – powered by Jumbo Verberne Wageningen’. Een houten kopstelling met zeven planken, met: de soepen van Kromkommer, ketchup van, jawel, The Ketchup Project, jam van Potverdorie!, granola van Yespers, ‘Bammetjesbier’ en Pieper-bier van Instock, ‘ginger-lemon icetea’ van Thystea, sappen en ciders van Betuwse Krenkelaar en pastasaus in blikken (met de naam ‘Ragu’) van leverancier Coco… ik tel al snel negen verschillende leveranciers.

We gooien in Nederland per jaar zo’n 41 kilo voedingsmiddelen per persoon weg, deels doet de consument thuis dat, deels verdwijntdit al voordat het
bij de consument aankomt. Kromme komkommers, ‘penen met twee benen’, tomaten die doorgedraaid worden, brood dat niet verkocht is. Het kabinet heeft zelfs voor de komende vier jaar € 7 miljoen vrijgemaakt (voor innovatie, onderzoek, voorlich­ting etc.) om voedselverspilling te bestrijden. Het beste is natuurlijk verspilling voorkomen, dat kan deels door de houdbaarheidsdatum van langhoudbare dkw als rijst en pasta af te halen, of om te katten naar ‘ten minste heerlijk tot .’, zoals ik op bier zie staan. Maar ook door ruimere wetten om overschotten aan voedselbanken te doneren. En door producten die anders wegge­gooid worden tot andere producten te verwerken, zoals deze hier, gemaakt van brood, zuivel, agf en vlees. Het Instock-bier is gebrouwen van brood of aardappelen, de jams, soepen en dranken bevat­ten veel ‘gered’ agf.

Er komt volgens mij wel heel wat bij kijken: aller­eerst producten verzamelen, in de praktijk bete­kent dit dat je dat bij bijvoorbeeld supermarkten of boeren ophaalt. Vervolgens al die producten tot lekkere (en houdbare) producten verwerken en dan nog een afzetkanaal vinden. Om lekkere producten te maken, heb je crea­tieve koks nodig, die goede recepturen maken. Persoonlijk vind ik de jamsmaken van Potverdo­rie! zeer geslaagd: de variant met kersen, krenten en kaneel is erg lekker en onderscheidt zich ook duidelijk van de reguliere smaakvarianten. Maar ook het bier, de soep en de ijsthee doorstaan de smaaktest bij ons thuis met glans. Daarnaast moeten de producten aan allerlei eisen voldoen, zoals HACCP, ean-codes en juiste infor­matie en declaraties op de verpakkingen. MVO Nederland blijkt daar een faciliterende rol in te hebben vervuld. Ondanks de barrières zijn al heel wat Nederland­se bedrijven en bedrijfjes bezig voedingsmiddelen te ‘redden’, meestal opgericht door ‘bevlogen’ ondernemers, die kleinschalig de grote wereld- voedselvraagstukken een beetje willen oplossen.

Ik kan me het zo voorstellen dat voor die negen leveranciers de logistiek en de productbeschikbaarheid een uitdaging zijn. Want hoe maak je tomatensoep of ketchup als er een tijd lang geen tomaten te redden zijn? Maar daarom wisselt bij de meeste van deze producenten het assortiment, afhankelijk van de aanvoer. Als ik vaste klant van Jumbo Verberne was, zou ik dat geen probleem vinden. Ik zou juist altijd kijken of er weer iets nieuws in dit meubel staat.  Het prijsniveau is wel een puntje van aandacht: € 7,50 voor appelsap was me toch te gortig. Maar de meeste producten zijn, hoewel iets duurder dan de reguliere producten, redelijk geprijsd. Dat geldt trouwens zéker voor de ‘kromkommers’ op de agf-afdeling. Die worden verkocht voor dezelfde prijs als de rechte komkommers, en zo hoort het ook. Benieuwd hoe consumenten daarop reageren. Of ze die net zo vaak kopen.

Iets zegt me ook dat Wageningen het goede marktgebied is: Wageningen barst van de stu­denten die in agrarische en voedselvraagstukken geïnteresseerd zijn, studerend aan de Wageningen Universiteit. Voor hen is Verberne’s initiatief een reden om naar zijn Jumbo te gaan. Verberne – vertelde hij mij – was twee jaar gele­den bij een ‘verspillingslunch’ van de Rabobank en werd daar ingevoerd in allerlei wereldwijde voedselvraagstukken. Bovendien begon hij met een Jumbo in een gebied dat ook ‘Food Valley’ heet. Hierdoor begon hij zich steeds meer te inte­resseren voor voedselvraagstukken en dit schap is daar een illustratie van. Hij laat ook Wageningen- studenten onderzoek doen naar de beweegrede­nen van zijn klanten. Hij vindt zijn pilot geslaagd als in de komende jaren meer winkels dit zullen navolgen, van welke formule dan ook.

Tot slot is dit voor Jumbo een mooie test. Eerdere testen van bijvoorbeeld de Verspillingsfabriek en Plus waren gestrand; de reden is niet naar buiten gebracht is. Daarnaast zien we natuurlijk initiatieven met agf, zoals de Buitenbeentjes bij Albert Heijn. Jumbo zelf doet het nog niet zo goed volgens de consument op het gebied van duurzaamheid: volgens de ranglijst van GfK van onlangs is Jumbo 11de van de 16, op de lijst van ‘duurzaamste supermarktformule van Nederland’. Opschalen – binnen meer Jumbo’s, bijvoorbeeld – kan nog best lastig zijn, maar zolang er nog veel komkommers, tomaten, aardappelen en broden te redden vallen, is het de moeite waard – het zou toch ook op in-outbasis kunnen?

De Bilder & De Clercq-muur

De Bilder & De Clercq-muur

Begin deze maand was ik in ‘The Base’, het gloednieuwe, hippe kantoren- en bedrijvenpand op Schiphol. Een inspirerende omgeving om te werken met restaurants, bars, een relaxruimte met tafeltennistafels, een bibliotheek en een atrium met gratis wifi. Er komt nog een fitnesscentrum, zag ik. Sinds ruim een maand nu is er ook: ‘the wall’ van Bilder & De Clercq. De meesten zullen het wel meegekregen hebben, gerechtenformule Bilder & De Clercq ging enkele jaren terug van start, had op een gegeven moment twee vestigingen in het centrum van Amsterdam, maar ging uiteindelijk failliet. Met nieuwe investeerders werd een doorstart gemaakt, en de eerste vestiging, op de hoek van de Bilderdijkstraat en De Clercqstraat, is weer heropend. En er zijn inmiddels vier ‘walls’ geopend, dat zijn ‘bestelmuren’. Een in het Atrium van The Base, twee op Schiphol voor het personeel en een in het kantoor van Google aan de Zuidas van Amsterdam.

Zo’n bestelmuur is een wand, met een foto van de winkel, een scherm met 14 maaltijden, een koelkast en een iPhone-oplaadstation. Ik heb de app gedownload, een maaltijd uitgezocht en besteld. Dan kan ik op die wand een QR-code scannen, of op de app een maaltijd aanklikken. Ik hoef dus eigenlijk niet voor de bestelmuur te staan om te bestellen. Even betalen met creditcard en klaar. Als ik vóór 14.00 u bestel, kan ik de maaltijd vanaf 16.30 u ophalen uit de koeling die onderdeel is van het geheel.

De opzet van Bilder & De Clercq is onveranderd gebleven: een lekkere maaltijd, van restaurantkwaliteit, met gezonde ingrediënten, met een hoeveelheid die wat mij betreft voldoende is en niet te veel en met een receptenkaart erbij voor de bereiding. De bereiding is snel, de meeste maaltijden zijn in 15 minuten klaar, 30 minuten kost het maximaal, met name voor de ovengerechten. Het is lekker om een keer af te wijken van de tien tot twaalf maaltijden die gewoonlijk je repertoire omvatten. De ingrediënten komen van goede leveranciers zoals De Lindenhoff, die veel van de betere restaurants in ons land belevert, en premiumworstenproducent Brandt & Levie. Het bedrijf werkt samen met de chef-koks, die op basis van de laatste restauranttrends maaltijden bedenken. Bilder & De Clercq verpakt de verschillende ingrediënten nu zelf, waardoor het de kosten verlaagt.

Wat is dan wél veranderd? Die vier bestelmuren. Daarmee bereikt Bilder & De Clercq veel meer potentiële klanten: de twee winkels midden in de stad waren niet handig, met alle risico’s van parkeerproblemen en opstoppingen. De mensen die op Schiphol werken (toch al snel een 40.000) en de mensen die in The Base werken, hebben die risico’s niet. En met die muur in het Google-kantoor test Bilder & De Clercq of het bij een kantoorlocatie met minder mensen ook rendabel kan zijn.

Het ophalen is een speciale ervaring. Ik heb geen mail of instructie gekregen hoe ik mijn boodschappen dien op te halen. Navraag bij de receptie in het atrium van The Base werkt: ik krijg een sleuteltje van de koelkast in de Bilder & De Clercq Wall en haal het tasje met mijn naam erop uit de koeling, doe deze weer op slot en lever het sleuteltje weer in. Ik vind toch raar; had niet iemand anders zomaar mijn bestelling mee kunnen nemen? Binnen een bedrijf zal de sociale controle zorgen dat niemand het verkeerde tasje meeneemt, op een openbare locatie als hier in The Base, zou ik toch graag een ander systeem hebben, bijvoorbeeld met afzonderlijke gekoelde kluisjes en codes.

De verwachting is dat Bilder & De Clercq het aantal bestelmuren nog gaat uitbreiden. Dan moet het bedrijf wel meer aan marketing gaan doen, in elk geval; gaan uitleggen. De Amerikanen die naast me stonden, begrepen het eerst niet: ‘O, je moet het nog zelf bereiden, veel te veel werk!’ En dat terwijl Bilder & De Clercq bij The Base Engels als voertaal gebruikt. De website is in het Nederlands, de app is half Engels, half Nederlands.

Hoe promoot je een bestelmuur, zonder de winkel erbij? Bilder & De Clercq houdt af en toe proeverijen, binnenkort ook in het atrium van The Base, waar de Wall staat en veel mensen langslopen. Dat schijnt de conversie op zo’n locatie flink te bevorderen. Kan ik me wel voorstellen. Verder is het actief op Facebook, met 14.000 volgers.

Duur? Dat ligt eraan of je alleen of met z’n tweeën bent en het ligt eraan wat je duur vindt. De goedkoopste maaltijd is € 4,45, een uiensoep, en de meeste maaltijden zijn rond de 8 euro per persoon. Een pizza laten bezorgen kost vaak meer en is een stuk ongezonder. En geeft je niet het voldane gevoel toch zelf gekookt te hebben. Naast de maaltijden zijn er ook artikelen als wijn, chocolade, olijfolie en een koeltas te koop. Afhalen van je bestelling in de winkel is gratis, bij een Wall betaal je voor het afhalen € 1,-.

Ja, en wie zit er nu achter Bilder & De Clercq na die doorstart? Dat is H2H (‘Human-to-Human’), een participatiebedrijf voor duurzame initiatieven. Doordat Bilder & De Clercq afgepaste porties gebruikt en daarmee voedselverspilling bestrijdt (even los van de vraag wat er aan verspilling gebeurt voorafgaand aan die afgepaste porties, dat vertelt het verhaal niet), paste het bij de activiteiten van H2H. De initiatiefnemers van het eerste uur zijn er allebei niet bij de doorstart betrokken. Bilder & De Clercq in z’n tweede leven is daarmee trendy, probleemoplossend voor ‘wat eten we vandaag?’, en zal wellicht in deze variant beter kunnen overleven en wie weet zelfs groeien; door een groter bereik (en hoe groter dat wordt, hoe minder de bezorgkosten wellicht op de omzet drukken). In grote steden is het verder een mooie aanvulling op het winkelbestand.

Die avond aten we pittige linzensoep en als toetje ‘citroen posset’. Een aanbeveling.

Pilotwinkel, Dagwinkel

In het centrum van Hilversum, in een oude woonwijk de naam ‘het rooie dorp’, is eind april de pilotwinkel van Dagwinkel gestart, de buurtwinkelformule van Van Tol. Met als ondernemers Hans en Monica Vermond. Op deze plek zat altijd al een winkel, maar deze was formuleloos sinds het verdwijnen van Golff en de ondernemers runden ‘m hiervóór als ‘Superverswinkel’.
De Dagwinkel ziet er eigentijds en aantrekkelijk uit, wat niet zo gek is voor een levensmiddelenzaak die net verbouwd is. Niettemin heeft Van Tol ook teruggegrepen op de tradities van de vroegere speciaalzaak, bijvoorbeeld door de aardbeien en meloenen die buiten gepresenteerd worden. Traditie en zelfs nostalgie: binnen zie je meteen veel hout in het meubilair en oude foto’s van de buurt, levensgroot in zwart-wit afgebeeld; het creëert een gemoedelijke buurtsfeer. Deze Dagwinkel is net als zijn soortgenoten klein, 500 m2 vvo, maar door de lage stellingen voor zowel vers als dkw oogt hij toch ruim genoeg. En er wordt nog volop gebouwd als ik er ben: er wordt een houten lambrizering tussen de schappen en het plafond gemonteerd en ook het nostalgische meubel voor de koffiebonen (alsof het zo uit een oude kruidenierswinkel gehaald) is die ochtend aangekomen en wordt geïnstalleerd. Over enkele dagen zul je hier je eigen koffiebonen kunnen tappen uit de mooie kast en desgewenst malen. In het midden vind je dkw, maar beperkt, de nadruk ligt overduidelijk op de versgroepen. Wel – zoals we van Van Tol gewend zijn – zie je producten die afwijken van gewone supermarkten afwijken, zoals ambachtelijke chips in papieren zakken. Dkw beperken is een begrijpelijke keuze; voor de weekboodschappen en de standaard-voorraadartikelen gaan de meeste huishoudens toch naar een grote supermarkt. Deze winkel moet het van vers hebben, en dan vooral vleeswaren, kaas en brood. En er staat een zuiveltap waar je dikke yoghurt tappen en een bakje mueslie erbovenop doet en kunt meenemen. Je kunt er lekker beleg kopen, en vers brood, maar er is ook een ruim assortiment borrelkaasjes en wijnen. Daarnaast kun je hier belegde broodjes kopen die hier in de winkel zelf bereid worden. Van Tol noemt dat ‘het make-offstation’, een verbastering van het aloude bake-off, denk ik. Hier worden de broodjes afgebakken en rijkelijk belegd en in de toekomst ook salades en smoothies bereid.

De klanten bestaan uit een trouwe, maar vergrijzende groep klanten uit de buurt. Het personeel werkt hier al dertig jaar en zal die klantenkring waarschijnlijk al jaren kennen. Maar daar is het ook een buurtwinkel voor, waar je als kind voor het eerst zelf boodschappen mocht halen (en moeder stiekem op de hoek stond te kijken).
De andere pijler van Dagwinkel naast vers is: service en gemak. En dat uit zich hierin; ten eerste levert deze Dagwinkel – maar dat is bij heel wat meer buurtwinkels van Van Tol – aan bedrijven in de buurt: lunches, brood en beleg of juist belegde broodjes, en eventueel de overige boodschappen. Die levering aan bedrijven is niet alleen een kwestie van meer omzet draaien, het is ook een indirect voordeel: verswaren hebben in buurtwinkels met een klein weekomzetje een beperkte omloopsnelheid. Dat zorgt ervoor dat de derving in relatieve zin nog groter is dan bij reguliere en grote supermarkten. Om dat te voorkomen, beperkt een ondernemer van een buurtwinkel zich noodgedwongen tot minder varianten in zijn versaanbod. Maar dat is eigenlijk bouwen aan een neerwaartse spiraal, want keuzeverkleining kan weer tot gevolg hebben dat vaste bezoekers ook van lieverlee naar de grote supermarkt gaat. Die extra levering aan bedrijven zorgt er daarom voor dat bijvoorbeeld het aanbod vleeswaren ruim kan blijven en deze Dagwinkel het niet ook op dát punt weer aflegt tegen AH’s, Jumbo’s, Lidls etc.

Ten tweede bezorgt de Dagwinkel aan huis. Klanten kunnen mailen of bellen. Bestellingen vóór 12.00 u probeert deze Dagwinkel diezelfde dag nog te leveren, de klant kan pinnen bij de levering. Ook kunnen klanten bestellen en in de winkel afhalen. Dagwinkel vecht op zijn manier dus gewoon mee in de e-commerce-concurrentiestrijd.

Ten derde werkt de Dagwinkel samen met andere ondernemers: de slagerij van een stukje verderop in de straat levert (een deel van) de vleeswaren.

Het zal er natuurlijk om spannen of het ondernemerskoppel nieuwe wijkbewoners tot klant maakt, zodat die een deel van de grote boodschappen bij grotere winkels beetje bij beetje in deze Dagwinkel besteedt. De openingstijden zijn van 8 tot 8, dus daar hoeft het niet aan te liggen.

Deze buurtwinkel doet dus wat trendwatchers, retaildeskundigen etc., etc. allemaal roepen; voorkom dat je uitsterft als vergetenboodschapwinkel, investeer in vers (meer kans op dagelijkse bezoekers en meer kans op een hogere brutomarge) en bied service (levering aan bedrijven en bezorgen/afhalen). Daarmee is Dagwinkel echter, ook al is het dan in de stad Hilversum, nog niet van het innoverende soort als Spar University of Coop Vandaag, die zich in grote steden of studentensteden meer richten op maaltijdoplossingen voor ontbijt, lunch, avondeten etc.

Daar kan (en moet) Van Tol nog een volgende stap in zetten.

Jumbo Kooistra: wel en niet ‘Foodmarkt’

Onlangs ging een van de Jumbo’s van vader Yke en zoon Erik Kooistra opnieuw open. De Kooistra’s, eigenaars van negen Jumbo’s, hebben deze winkel ingrijpend verbouwd. Het is officieel géén Foodmarkt. Maar intussen is-ie ‘best wel Foodmarkt’, zogezegd, en daarnaast aangepast aan de Friese consument. Bolsward, een stadje met 10.000 inwoners, die winkel in Bolsward schijnt maar liefst rond de € 500.000 omzet per week te draaien. Jumbo Kooistra, nogmaals, is géén Foodmarkt, het heeft meer weg van een grote Jumbo. Er is geen steenoven voor pizza’s, geen Aziatische maaltijden en het pand is geen oud industrieel erfgoed zoals Jumbo Foodmarkt Amsterdam. Wat maakt Kooistra dan uniek en wat is dat Friese element dan? En zit dáár dan die vijf ton in?
Het is ongelooflijk druk op vrijdagochtend in de winkel, het is zoeken naar een parkeerplek. Bij binnenkomst zie ik elektrische kinderwinkelwagentjes met een tablet erop, waarmee kinderen een puzzeltocht door de winkel kunnen doen. Eenmaal door de poortjes is er geen niet zo’n strikte scheiding tussen vers en houdbaar zoals in de andere Foodmarkt-vestigingen. Je komt binnen op de agf-afdeling (aardbeien breed gepresenteerd, met slagroom, fijne kristalsuiker en beschuiten) en daarna meteen de visafdeling. Die begint met de inmiddels bekende pick & mix van diepvriesschepvis zoals we dat van Jumbo Foodmarkt ​en sommige Jumbo’s ​ kennen. Daar liggen echter ook de Ebi-garnalen (in de vriezer), om te frituren. Die kan ik gewoonlijk alleen bij de Japanner kopen. Daarnaast de verse sushi, die op dat moment vers gemaakt wordten die je mag proeven, want de Bolswarder heeft die nog niet gehad, althans, niet hier in de omgeving. Bolsward heeft geen sushirestaurant. Klapstuk in deze winkel en een voor Nederland unieke specialiteit zijn de oesters uit de Waddenzee. Dit zijn geen kweekoesters, dat mag niet in de Waddenzee, maar wilde oesters, die bij eb geraapt worden. Ze zijn wat steviger dan andere oesters. Jammer dat deze niet uitgedeeld werden, maar wel begrijpelijk, maar was wel benieuwd hoe die smaken in vergelijking met Zeeuwse oesters. Ze liggen in een aquarium, waar water met de juiste zoutgehalte en andere voedingsstoffen zoals in zee doorheen stroomt. Hierdoor blijven de oesters in leven en dus vers. Als je erop tikt en ze gaan niet dicht, dan leven ze niet meer. Maar dat bleek weinig voor te komen.

Naast de sushi en oesters ook verse en gerookte vis zoals gerookte forel, het alternatief voor paling. Maar wat het beste loopt op de visafdeling is de gebakken vis, zoals kibbeling. Heerlijk en gemakkelijk. Dat is dan wel weer een Foodmarkt-element, het is natuurlijk een prima alternatief voor de viswinkel en de viskraam op de markt, en tegelijk in assortimentsopzicht een goede aanvulling op de gegrilde kippetjes en de spareribs.
Ook de bekende producten als verse pizza om thuis in de oven te doen en de taarten van Jumbo Foodmarkt vind je hier, maar dan zonder de aankleding zoals in de Foodmarkt-vestigingen in Breda en Amsterdam.

En nu de Friese specialiteiten: Friezen houden wel van een biertje, zo te zien aan de behoorlijk grote bierafdeling. Rechts de kratten, links de flesjes. Boven de flesjes een bakstenen muur met Friese teksten erop en een aantal grote zwart-witsfeerplaten en vaten. En de eerste meter is voor Us Heit, het bier dat in Bolsward gebrouwen wordt, met inmiddels recepturen uit verschillende plekken in Friesland, bereid met vooral Friese grondstoffen. Er is in Bolsward ook een proeflokaal. Naast bier worden er bij Us Heit ook whisky en likeuren gestookt. Die worden natuurlijk niet in deze Jumbo verkocht, maar wel in de slijterij van Kooistra tegenover deze Jumbo. We zien de naam ‘Tsoch en mear’ (‘Proost en meer’) en dat omvat drie winkels: een slijter, een ijssalon en een koffie- en chocoladewinkel.
Andere Friese elementen zijn: de grote keuze aan ‘droge worst’ (met Friese en Groningse varianten) voor bij de borrel, Friese kaasjes en ook Fries brood en Fries gebak, zoals sukerbôlle (suikerbrood) en dûmkes (soort koekjes), ach, dat is voor Friezen weer normaal.
Aan het eind van de winkel zien we ook een restaurant en daar zit best veel volk. Ontbijten voor € 1,50, koffie en vlaai ook voor € 1,50, op bepaalde tijdstippen dan. Dat zijn wel Jumbo-prijzen. Ontbijten voor € 1,50, dat is nog net geen Ikea, maar die is er ook niet in Friesland en het is altijd nog 50 cent minder dan ontbijten bij Hema; tel uit je winst. Het lijkt me dat Kooistra horeca met die prijzen als traffic-instrument gebruikt. Maar goed, dat is bij Ikea en Hema niet anders.

Bolsward. Is dat nou de meest logische plek voor een Jumbo als deze? Het is natuurlijk de bakermat van Kooistra, die in de provincie een begrip is. Maar ik denk dat ik als ik Kooistra was voor een grotere stad had gekozen, Leeuwarden of Heerenveen. Maar van de andere kant, voor de mensen uit Bolsward en omstreken is nu wel veel lekker eten en drinken makkelijk bereikbaar, eten en drinken dat er eerst niet was – en bovendien: als deze plaats je bakermat is, zullen juist die klanten die jou kennen, het waarderen dat jij dat lekkere eten en drinken in je winkel ‘opdient’.

En daarnaast: vader en zoon Kooistra hebben nu nog acht andere winkels waarmee zij met deze initiatieven nog eventueel terecht kunnen.

Wisselwerking Emté & Van Heinde

Kort geleden hebben we met ons team de nieuwe Emté 3.0 in Den Bosch bekeken, de voormalige Van Heinde-versmarkt. Niet zozeer voor het supermarktgedeelte, dat is al uitgebreid in de vorige Foodpersonality beschreven. In FoodPersonality juni werd erop gewezen dat ‘Brasserie Van Heinde’ gebruik maakt van de ingrediënten van Emté en dat het verder een reguliere Emté 3.0 was met Van Heinde als horecanaam, maar wij waren benieuwd naar de ‘mate van blurring’: hoe worden boodschappen doen en ter plaatse eten en drinken gemixt en vooral ook; bevorderd?

In dit gebouw zit bij Emté dus nog 2 Van Heinde zaken: de broodjescorner, de zgn. take-away, en de brasserie Van Heinde. De take-away zit aan een van de vier zijden van ‘keuken’ van de Emté 3.0. Deze keuken is de oude keuken van Van Heinde en daarmee ook veel groter dan in de andere Emté’s. De broodjeszaak heeft een andere ingang dan de supermarkt, aan de zijde van de hogeschool, heel handig met al die studenten. Het prijsniveau van de take-awaydrankjes is gericht op traffic trekken: 1 euro voor cappuccino of verse jus, de broodjes zijn € 3,50. De brasserie is van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat open, dus van ontbijt, koffie met taart uit eigen huis en lunch tot diner. De brasserie maakt de gerechten ook in dezelfde Emté-keuken. Het bijzondere is dat de gerechten die boven geserveerd worden, bereid worden met uitsluitend producten die in de Emté supermarkt verkrijgbaar zijn. Dus alles wat je boven eet, kun je thuis ook bereiden met de ingrediënten van Emté. Op de kaart staan dus o.a. biefstuk van ‘Natuurvlees’ (het vlees van de runderen van Staatsbosbeheer, dat exclusief bij Emté verkrijgbaar is), een hamburger gemaakt van de ‘Frozen Butcher Iberico burger’ (van beneden uit de vriezer), heerlijke charcuterieschotel en clubsandwiches van ‘Van Heinde Vlees en Vis’. Vlees en vleeswaren vormen nog steeds een van de speerpunten, zoals in alle Emté’s 3.0, en hier dan extra de verse vis op ijs.//Nou, eigenlijk een aanstekelijke combinatie, maar zie ik nog wel heel veel kansen, want dit wordt nog bijna niet gecommuniceerd. En op het moment dat wij er waren, was het lekker druk in de winkel, ook de take-away liep lekker, maar de brasserie kon nog wel wat meer gasten gebruiken (oké, horecapieken zijn anders dan boodschappenpieken, maar dan nog…). En laten we niet vergeten dat de ombouw nog maar sinds begin mei gereed is, en daarmee eerst gefocust is op de supermarkt, maar ik zie nog wel mogelijkheden voor verbetering.//Allereerst is de toegang van de brasserie via een trap in een wat dode hoek van de supermarkt. En waar je dan uitnodigende borden zou verwachten bij de trap om je verleiden tot een lekker kop cappuccino met taart of de dagaanbieding voor de lunch of diner staat er behalve onopvallend de menukaart van de brasserie eigenlijk niets om je de trap op te trekken. Alleen als je al van plan was om naar de brasserie te gaan doe je dat.//En dan eenmaal boven: het eten is prima, de service uitstekend en de entourage prettig en eigentijds. Maar het verhaal over de ingrediënten uit de supermarkt staat nergens. En wat zou het leuk zijn als je de receptkaarten van de gerechten die je hebt gegeten mee naar huis krijgt, zodat je echt deze gerechten ook echt thuis kunt maken op een restaurantmanier (gesteld dan dat je net zo goed kunt koken als de chef-kok van de brasserie, nou ja, altijd het uitproberen waard…). Storytelling, beleving, service, dat zou deze combinatie verleidelijker kunnen maken.//Tot slot nog een tip voor branchenieuwsgierigen: mocht je ernaartoe willen, Emté Van Heinde heeft een eigen parkeergarage. Maar die parkeergarage vinden bleek in ons geval nog een uitdaging, langs de weg stond geen signing. Nu kun je heel gemakkelijk in de openbare parkeergarage verderop parkeren, maar dan heb je je auto weer niet dicht bij de ingang van de winkel staan. Eigenlijk is dit meer een tip aan het adres van Sligro Food Group, maar het kan best zijn dat de gemeente moeilijk heeft gedaan over extra bewegwijzering. Of dat is nog in de maak.

Ik denk dat deze locatie nog enorm veel meer potentieel heeft en verder ontwikkeld kan worden tot een echte ‘blurringlocatie’: waar je je boodschappen kunt doen, maar ook in de winkel én in de brasserie inspiratie kunt opdoen voor lekker vers en gezond eten, gemaakt van producten met een verhaal.

Gek eigenlijk, dat we bedenken dat dat beter, scherper, duidelijker verwoord en begeleid kan worden in deze winkel, want als één van de marktpartijen ervaring heeft met horeca en boodschappen doen, dan is het Sligro Food Group wel. Denk aan de activiteiten van Sligro Food Group, met ‘foodservice’ en ‘foodretail’ als twee duidelijk afzonderlijke onderdelen van het bedrijf. Dus als één marktpartij het potentieel heeft om optimaal gebruik te maken van een ‘blurringtrend’, dan is het Sligro Food Group wel. Maar als ik nu bedenk wat wij daarvan in Den Bosch hebben gezien, dan besef ik dat ook voor Sligro Food Group ‘blurring’ eigenlijk een onontdekt potentieel is en dat Sligro hier eigenlijk maar nét mee is begonnen.

AH To Go weer langs de snelweg

Albert Heijn heeft een deal gesloten met BP

Albert Heijn heeft een deal gesloten met BP en de komende tijd worden een enkele BP-pompshops omgebouwd tot AH To Go’s.

De omzet bij benzinestations stijgt volgens het Foodservice Instituut Nederland weer, na jaren van teruggang. Het eind aan de crises, meer werkenden en meer autoverkeer dragen daar zeker aan bij. Maar ook formulevernieuwingen bij de oliemaatschappijen zijn eraan hebben bijgedragen, zoals Texaco Go en Shell Deli2Go. Als ik aan formulevernieuwing langs de snelweg denk, moet ik vooral Scheiwijk noemen: aan de A27 Utrecht richting Gorinchem, met regionale, biologische, ambachtelijke en in de winkel bereide levensmiddelen.

Het was ook nodig denk ik: de marge op benzine best gekrompen is de laatste jaren door de opkomst van de goedkopere tankstations. En dan is de vraag hoe kunnen tankstations nu meer omzet en winst halen uit de andere producten dan brandstof. Antwoord: door meer in te spelen op de behoeften van hun klanten.

De meeste pompshops hebben een foodservicebenadering, maar BP is de samenwerking met AH To Go aangegaan. In de bladen heb ik gelezen dat het assortiment aangepast is aan de behoeften van de automobilist.

Dus ben ik een kijkje gaan nemen in de BP langs de A8 bij Zaandam.

Als je binnenkomt, zie je meteen een echte AH To Go. Buiten wordt al geadverteerd met de koffiedeal (€ 2,50 koffie met een croissant). Er is ook een lunchdeal voor € 5,00 bestaande uit een broodje, sap en fruit. Binnen loopt je direct tegen een kopstelling met fruit en een actiedisplay met ice coffee en yoghurt met muesli aan. Achterin zie je ook de grote koeling met salades. Aan de linkerzijde bevindt zich allereerst de welbekende koffiecorner, de ingang van de toiletten en een grote koeling met ‘frisdrank en water’. Rechtdoor de balie met de vers belegde broodjes, met daarvoor statafels om daar ter plekke direct je koffie en broodjes op te eten. En rechts de kassa voor het afrekenen van de brandstof. Bij de kassa zijn tegenwoordig de motorolie, ruitenvloeistof en de sigaretten verkrijgbaar. En het fungeert als afhaalpunt van Bol.com. Er zijn 3 afrekenplekken:  bij de kassa’s en bij de broodjescorner kun je je brandstof afrekenen en voor alles uit de shop kun je ook bij de selfservicekassa’s betalen.

Ik ben altijd een fan van AH To Go geweest, met zijn lekkere salades, sapjes en fruit. Maar ik geloof ook dat je goed naar de doelgroep en gebruiksmoment moet kijken. En op het moment dat ik daar was, was het halverwege de middag, het was het druk, en stond de winkel vol met … alleen maar mannen. De personeelsleden en ik waren de enige vrouwen daar. En al die mannen met hartige trek liepen direct naar de vitrine naast de broodjesbalie, waar de meter met de traditionele snacks staan: kroket, frikadelbroodjes etc. Deze vitrine was echter grotendeels uitverkocht en leeg. Ik geloof dat consumptiepatronen veranderen, maar niet dat we de vrachtwagenchauffeur van een broodje bal zomaar naar een komkommer met humus krijgen, hoe goed dat ook voor hem zou zijn.

En als ik kijk naar mijn eigen consumptiepatroon onderweg, dan heb ik vanaf halverwege de middag ook trek in een hartige snack. Maar niet perse in een broodje bal. Ik heb trek in een wat lekkerdere snack of kleine maaltijd, die past bij AH en AH-to-go. Dus een hamburger van black angusvlees, een biologisch kipburger of een lekkere veggieburger.  Of keuze uit twee lekkere pasta’s.  Of iets met pulled pork. Ik mis bij deze AH-to-go warme lekkere snacks of maaltijden voor de hartige trek, die iets luxer en veel eigentijdser zijn dan het broodje bal.

Bij het wachten in de rij voor de broodjes zie ik opeens op het scherm een hamburgerdeal langskomen. Hé, waar is die dan, en wat is er nog meer? Bij heel goed kijken zie ik toch een paar warme snacks: er zijn klaarblijkelijk hamburgers en pizza’s te verkrijgen, het aanbod zit met een sticker geplakt op de vitrine met warme snacks. Was ik toch volledig aan voorbij gelopen. Want dat ontbreekt: in elke snackbar, restaurant en zie ik duidelijk wat op het menu staat, maar niet hier. Ze hebben het wel, maar ze vertellen het niet. De hamburgers en pizza’s staan niet in de vitrine als show en ik heb ook niemand ze zien eten. Wil AH ze niet verkopen, of is er nog geen goede manier gevonden om ze te laten zien? Dat zou ik echt als eerste veranderen. En daarnaast kan ik me voorstellen dat er nog wel meer mogelijk is. Ik ben benieuwd of AH To Go de komende weken zijn innovatiekracht zal aanwenden om voor de warme snacks en maaltijden ook een mooi assortiment neer te zetten.

Eigenlijk geloof ik meer in het andere nieuwe initiatief van general manager Jan-Willem Dockheer van AH To Go: dan heb ik het niet zozeer over zijn suggestie om onder AH-vlag op grond van lokale consumentenkeuzes hamburgers of frites te gaan bakken (zoals hij een tijd terug in de media liet doorschemeren). Dat lijkt me niet bij AH passen. Maar ik doel op Dockheers aanpak in Duitsland, in de pompshops van Shell, waar AH sinds kort mee van start is gegaan: gewoon een paar meter ‘gezond/lekker/verrassend’ in een ‘normale’ pompshop. Dan ben je inderdaad niks meer dan ‘een leverancier van Shell’. Leverancier zijn, daar zal AH opnieuw aan moeten wennen (zeker bij Shell, die twee zijn al een keer uit elkaar gegaan). Maar toch; dát zie ik meer zitten.

De nieuwe Aldi in Zwolle

De nieuwe Aldi in Zwolle

In Zwolle heeft Aldi een nieuwe winkel neergezet. Een luxere met meer beleving, schrijft de Distrifood. Aldi, meer beleving? Op naar Zwolle.
Het is inderdaad een heel andere winkel geworden. Een ‘warme’ binnenkomst; door de hele Aldi hangen sfeerposters boven de schappen en rondom de stortbakken, wat een heel andere indruk en sfeer geeft.
En aan het begin waar je vroeger meteen een rommelige straat met pakken sap indook, begint het nu met een warme bakkerij-afdeling. Wel een beetje Lidl nadoen, natuurlijk, maar kom. Als eerste bij binnenkomst een koffie-apparaat  waar je tegen een kleine betaling koffie kunt kopen. Even kijken welk merk het is: het is hun eigen espressomerk Moreno. Er wordt gretig gebruik van gemaakt, mooie reclame voor hun eigen merk, net zoals alle andere formules altijd een bekertje koffie aanbieden van het huismerk. Soms is dat gratis, soms niet, en ook in deze Aldi moet je ervoor betalen, maar dan kun je ook een cappuccino nemen.

Meteen links de bekende stortbakken met producten. Opvallend daarin zijn de A-merken voor een zeer aantrekkelijke prijs. Grote flacon Dreft voor 1,99, ook zo’n 30% onder de reguliere prijs, en blikjes Fanta, ook zo’n 10% goedkoper.
Verderop in de reguliere schappen kom je naast de bekende Aldi-artikelen ook Unilever-artikelen tegen. Hier eerst Unox-rookworsten en good old Smac, wordt dat nog gegeten? De prijsstelling lijkt niet veel lager dan in de reguliere supermarkten, ik weet ook niet of het hard doorstroomt, maar het geeft ook herkenning en op een of andere manier vertrouwen. In de rest van de winkel meer Unilever-wasmiddelen en -cosmetica. Wat wel voordelig is, zijn de grotere voordeelverpakkingen van de merken, daar lijkt wel een mooi prijsvoordeel op te zitten. Maar ja, dan moet je wel een liter Dove willen kopen.

Wijn: weg schreeuwerige signing
Opvallend zijn de twee kopstellingen met wijn van de maand in de 100%-straat. Presentatie in houten kistjes, een houder met de fles voor het schap. En in plaats van alle schreeuwerige signing uit het verleden, nu iets sfeervollere zijpanelen en een topkaart. Met kurken en een glas wijn. En een Italiaans ogend wijnlandschap.
Dan heeft Aldi achter in de hoek een vier geschakelde displaybakken waar alle ingrediënten voor het recept van de week in staan.
Deze week een tomatenstoof. Een verrassend vegetarisch gerecht. Deze display is wel vrij leeg, zo te zien is er goed gebruik van gemaakt.
Daarnaast blijft Aldi opvallen met zijn nieuwe communicatie over duurzaamheid. Ook niet het eerste wat ik bij Aldi verwacht. Met hun biologische merk Mama Nature, steeds meer Beter Leven-vlees, een ruime keuze duurzame vis en het merk Fair, het eigen merk fairtrade-artikelen, in samenwerking met Max Havelaar.
Tot slot zie ik dat er geïnvesteerd wordt in service en personeel: lege omdozen en trays worden weggehaald en de schappen bijgevuld. Ook wordt er aangegeven dat als de wachtrij bij de kassa lang wordt er een kassa extra opengaat, wat ook daadwerkelijk gebeurt als ik er sta. Ook hier weer: zoals bij Lidl sinds enkele jaren?
Eenmaal thuis krijg ik wel commentaar. Lekker hoor, die pepernoten en toastjes, maar waarom zoveel? Ja, de verpakkingen van Aldi zijn doorgaans wel groot, zeker gezien de toename van kleinere huishoudens en individualisering.

Hoge klantwaardering

Op internet kun je de waardering van klanten zien als je de adressen opzoekt. Waar de andere winkels van Aldi in Zwolle weinig recensies krijgen en een score van 3,8 op een schaal van 5 krijgen, krijgt deze nieuwe winkel in korte tijd 23 recensies met een score van 4,5 uit 5. Met opmerkingen als ‘superfijn dat de winkel op zondag ook open is tot 21.00 u’. ‘Geen parkeerkosten’, ‘geen lange wachtrijen bij de kassa.’ Je ziet dat klanten dit soort veranderingen direct waarnemen en in dit geval duidelijk waarderen.

Er zijn wereldwijd twee retailsegmenten die groeien, online en low end retail, ofwel discount. Ook in Nederland, waarbij met name Lidl en Action de laatste jaren hiervan de aanjager waren. En denk ook aan de vernieuwde discountpositionering en online-aanpak van Vomar. Maar we zitten nog lang niet op de niveaus van Duitsland of Engeland. Aldi heeft laatste jaren in Nederland weinig van deze trend geprofiteerd. Ik denk dat het met deze nieuwe aanpak en investering zichzelf snel terugverdient. Niettemin, dit is maar één winkel van Aldi, ze hebben er honderden in Nederland. Echt effect gaat het pas krijgen als Aldi in heel Nederland er zo uit zal zien.

Lid van Picnic

Niemand zal het ontgaan zijn, Nederland heeft de nieuwe websuper Picnic. Deze zomer tijdens de komkommertijd lekte het uit en stond het in alle kranten. Alle retailexperts vielen over elkaar heen, laagste prijzen en gratis bezorging, dat kan nooit. Nederland betekent in dit geval: Amersfoort, en dat is nu precies waar ik woon. Nog geen dag na de krantenberichten heb ik me aangemeld en daarmee was ik nr. 960 op de wachtlijst. Wachtlijst, ja, de test liep nog. En alleen in Vathorst, een wijk in Amersfoort waar ik niet woon. Half september kreeg ik weer een berichtje, van ene Charlotte van Picnic, en vlak daarna werd ik uitgenodigd voor een bijeenkomst in het centrum van Amersfoort. Zo’n vijftig mensen waren er en we werden persoonlijk verwelkomd door o.a. Ruben, Claire en Charlotte. Kennelijk wil Picnic elke nieuwe klant of groep klanten persoonlijk welkom heten. Het idee achter Picnic en de werkwijze werden uitgelegd. Picnic zegt dat het een paar onconven- tionele oplossingen heeft waardoor de boodschap- pen goedkoop zijn en de bezorgkosten gratis. Dat ligt o.a. aan de omvang van het assortiment en de bezorging. Het assortiment is niet automatisch 20.000 producten, maar wordt afgestemd op, en aangepast aan, de wensen van de klant. Van sommige producten wil de klant wel graag alle merken drinkyoghurt of shampoo, die worden dan toegevoegd. Ook vroeg een klant in een eerdere bijeenkomst hoeveel biologische producten Picnic in haar assortiment had. Dat bleken er drie te zijn, en dat vonden de klanten wat mager. En dit werd snel uitgebreid. De prijzen vergelijken ze elke nacht met die van de websupers van Jumbo en AH en daar gaan ze onder zitten. Lidl wordt hierin niet meegenomen, trouwens, bleek uit een vraag van een aanwezige. Door de inkoop via Superunie vanwege de connectie met Boni zitten de inkoop- prijzen ook wel goed.

De andere reden waarmee Picnic claimt zonder bezorgkosten en met lage prijzen uit te kunnen, is de bezorgmethode. De meeste websupers hebben een lange bezorgweg van picken, via hub en winkel naar bezorgen op het gewenste tijdstip. Picnic heeft z’n picklocatie in het centrum van Amers- foort, dicht bij alle klanten, en heeft vaste en korte afleverroutes, waardoor Picnic precies weet hoe laat de bestelling bij je is. Het zijn per dag ongeveer vaste tijden en daar moet je zelf als klant rekening mee houden, maar je hoeft dan ook maar een half uurtje thuis te zijn in plaats van twee uur. Op een Vleursvloer Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Reageren? Mail evelyn@ct-company.nl app kun je binnenkort de Picnic-wagen ook volgen en nagaan over hoeveel minuten hij bij je huis is. Minimale bestelhoeveelheid tot slot: € 25,-. Toen de meeting tien minuten begonnen was, kon- den we ook daadwerkelijk in het systeem bestellen. Geroezemoes in de zaal, ‘we kunnen nu meedoen!’. Er is geen website, je bestelt via de app. Dat betekent dat je de hele dag als je iets bedenkt in je winkelwagentje kunt doen. Ook andere gezinsle- den kunnen dat doen. En op een bepaald moment uiterlijk ’s avonds voor de besteldag maak je je be- stelling definitief, en betaal je via je bank of mobiel. In de app geven ze aan wat de minimale tht is die er op de producten zit als je ze geleverd krijgt, in elk geval geen salade met nog één dag houdbaar- heid. Helaas waren er wel een paar out-of stocks, maar dat zullen we scharen onder opstartproble- men en de grote toeloop. Wel raar, het runderge- hakt was op, terwijl ze een eigen slagerij hebben. Maar op het moment van bestellen werd al aange- geven dat iets niet leverbaar was, dus je kunt zelf een alternatief zoeken.

De eerste keer had ik nog wat vragen, dus een mailtje verstuurd, en binnen een uurtje antwoord. Ook de telefonische helpdesk werkte goed, daar had ik wederom Claire aan de telefoon, die ik ook bij de bijeenkomst had gezien.

Op zaterdagavond stonden ze voor de deur: trotse, vrolijke jongens van Picnic, met hun mooie wagen, mooie schorten voor. Prima geleverd, geen kratten, geen statiegeld, geen gedoe met afrekenen. Tht’s prima, alles in witte, neutrale plastic tasjes. En de maandag erna ontving ik nog een mailtje van Claire: voor een van de producten die ze niet in het assortiment hebben, boden ze een alternatief aan. En dat werd alvast gratis in mijn winkelmand- je voor de volgende keer gestopt.

Mijn indruk: een persoonlijke en verfrissende webwinkel, waar je snel, gemakkelijk en goedkoop je boodschappen do et, bij wijze van spreken in een tv-reclameblokje. En ik ga zeker nog vaker bestel- len, alleen al om het gratis product te krijgen dat in mijn mandje gestopt is.

‘Kleine Dirk’ in Amsterdam

Detailresult heeft een Dirk geopend in hartje Amsterdam, vlak achter de Dam, aan de Warmoesstraat. De winkel is gevestigd in een oud klooster, maar behalve een foto van de vroegere nonnen is daar niet veel meer van te zien. Een echte stadswinkel.  Nou is Dirk is al Amsterdams van huis uit, zoals ze zelf zeggen: de Amsterdamse supermarkt sinds 1942. Ze heeft al veel winkels in de stad, maar die zijn meestal behoorlijk groot, deze is nog geen 500 m2 vvo en heeft een buurt- of wijkfunctie. En wat voor assortiment presenter je daar, met een klandizie die bestaat uit de traditionele Amsterdammer van drie hoog achter, moderne Amsterdammers ( soms ook drie hoog) , omwonenden dus, passanten, dagjesmensen en wellicht ook nog buitenlandse toeristen die verdwaald zijn tussen de Bijenkorf, hotel Krasnapolsky en de Wallen verderop.

Het eerste waarneming verrast niet: veel vers. Je komt binnen op een ruime bakkerijafdeling, die net zo groot is als in de grote Dirk, met daarin ook bake-off ovens, waardoor er de hele dag door verse gebakken zaken als gevulde koeken en broodjes te verkrijgen zijn.  Lekker uitgesteld op een tafel en in de bakken. En de snijmachine voor het grootbrood, die inmiddels op veel plaatsen bij discounters opduikt, zoals de nieuwste Aldi in Zwolle.

Opvallend vind ik de kruideniersschep, waarmee je als klant groente mee in een zak je schept, groente die ander vaak verpakt is, zoals spruiten in plastic en uien in een netje. Ik vermoed dat dit te maken heeft het de kleine huishoudens, die ook kleine hoeveelheden willen kunnen pakken. Ondertussen ziet het er gewoon lekker uit. Hier wordt nog een verwijzing gemaakt naar de betekenis van Warmoes, dat is een oud woord voor groente. In de Warmoesstraat was vroeger een groentemarkt, nu kun je je groente kopen bij deze Dirk.

Veel biologisch

Ook opvallend: veel biologisch, op alle vers afdelingen met name bij vlees. Ja, bedenk ik nu, no-nonsense formule als Dirk is, heeft de laatste jaren toch flink wat biologisch toegevoegd. En in deze kleine grotestads variant begint het de boventoon te voeren.

Ook anders dan anders bij Dirk: de gekoelde wijn, bier en frisdrank. Wel begrijpelijk bij een stadswinkel waar convenience dus ook inhoudt dat de drank al koud moet zijn als de klant die koopt (bijvoorbeeld voor bedrijven of ’s avonds meteen bij het koken een koud drankje, maar het blijft altijd de vraag hoeveel klanten dat echt nodig hebben). En geen bier en fris in kratten. Begrijpelijk, want hier kom je alleen te voet of op de fiets.

Achterin is de ruimte voor DKW. Ik denk dat dat maximaal een derde van de vloeroppervlakte is. Alles is te krijgen maar er is wel een duidelijke keuze gemaakt voor minder merken. Alleen het grootste merk en een goedkopere variant. En van dat merk dan wel een paar varianten. Breed voor diep.

Richting kassa stuiten we op een diepvries vol premium broodjes en broden om thuis in de vriezer te leggen en af te bakken.

Naast de kassa’s staat een 4 meter lange koeling, met convenience. Bekende merken, zoals Starbucks, Breaker, en Coolbest. En onbekende merken, zoals het merk Natsu. Natsu is begonnen met het leveren van sushi, maar levert nu ook sandwiches, wraps, maaltijdsalades, verse soepen en verse kant-en klaarmaaltijden.   Andere voor mij nieuwe merken zijn Fresh&Easy  Powersalade, Energie salade en Balans salade.

Voor toeristen en passanten paraplu’s te koop, een meter souvenirs toch maar (omwonenden waren al blij dat er niet weer een of andere toeristen tent met klompje bij kwam of een eetzaak met hazelnootpasta als uitgangspunt), stroopwafels en Wilhelmina pepermunt.  Sigaretten achter de kassa’s zijn niet meer zichtbaar.

Voor de passanten en toeristen staan er na de poortje bij de uitgang nog een koffieapparaat met Lavazza koffie, lekker, en een Coca Cola automaat.

Wat we vooral niet zien: de bekende forse actie van Dirk. Wel de reguliere prijzen van Dirk. En we zien deals. Zoals ontbijtdeal van smoothie + 2 croissants voor €1,50, een snackdeal van Cola en kaasbroodje voor €1,50, een lunchdeal bestaande uit een maaltijdsalade en een watertje voor € 4,50 en een diner deal, ditmaal gevulde Surinaamse rotirollen met een Ben en Jerry ijs voor €5,00. Deze deals verschillen per dag en zijn alleen geldig op bepaalde tijdstippen.

Dirk, Coop, Spar
Vooral door de maaltijddeals kom ik erop: “zoals Coop Vandaag”. Ik bedoel de stadsvariant van Coop in Rotterdam. Daarmee zeg ik niet dat Dirk Coop nadoet, daarmee zeg ik eerder dat Nederlandse supermarkt formules inmiddels steeds beter begrijpen dat een kleine super in de grote stad dit soort aanbod moet hebben, en bovendien deze Dirk in Amsterdam bijt verder totaal niet met de Coop-soortgenoten in Rotterdam of Spar stadwinkels in andere steden.

Ook heeft Dirk een aantal promoties om deze winkel te promoten: bij elke 15 euro ontvang je een kraskaart, waarmee je kans maakt op ‘spectaculaire’ prijzen. De hoofdprijs is een Dirk bakfiets, maar er zijn ook rode Dirk fietskratten, Dirk papaplu’s en Dirk cadeaukaarten te winnen. Daarnaast kun je een aantal events winnen zoals een diner cruise of een escaperoom experience.

Het is een verrassend winkelconcept, toch wel sterk afwijkend van een Dirk-winkel in de buitenwijken van Amsterdam. Anderzijds, Dirk heeft wel meer winkels in de Amsterdamse binnenstad zoals als op  het Heinekenplein, die een soortgelijke klantengroep bedient

Ik verbaas me er nog steeds over dat de vvo van Nederlandse supermarkten nog steeds groeit terwijl er steeds meer kleine huishoudens zijn, die vaker kleine boodschappen doen en terwijl internet en thuisbezorgen groeit en daarmee de grote boodschappentrip overbodig maakt. Kortom, een kleinere winkel lijkt me een gezonde ontwikkeling. Ben wel benieuwd welke klantengroep Dirk hier het meeste gaat bedienen. Volgens mij weten ze dat zelf ook nog niet helemaal: op de ene plek zie ik een grootverpakking dadels op een rieten displaymand liggen, even verderop traditionele puddingbroodjes en ander ouderwets Hollands gebak en aan het eind de producten voor passanten, gecombineerd met hippe, gezonde convenience producten voor de kosmopoliet. Misschien is dat wel de crux, het assortiment van zo’n grote stadswinkel moet toch ook voor iedereen wat wils hebben. En da uitzoeken is nog een uitdaging bij zulke supers.

Boodschappen doen bij Vomar Rood

Boodschappen doen bij Vomar Rood

De consument is grillig, winkelt en spendeert gepolariseerd, van verre all-invakanties tot dure kleding uit De Bijenkorf tot onverzekerd autorij- den en bezuinigen op eten en drinken. In onze sector: de consument gaat naar de Lidl en daarna met hetzelfde gemak naar de biologische slagerij. Gevolg is dat minder onderscheidende formules het lastig hebben en dat zij een duidelijke positio- nering voor de consument moeten zoeken. Bij Vomar waait een nieuwe wind. En dat heeft geresulteerd in drie pilotwinkels (de vierde, in Leidsche Rijn, is nog op komst als ik dit schrijf ). Die pilot-Vomars – Vomar Rood – zijn discount- achtiger. Dus ben ik gaan kijken hoe dat eruit ziet. Ik bezocht de Vomar aan de Middenweg te Amsterdam, een van de twee Amsterdamse filialen die naast het filiaal in Julianadorp tot Vomar Rood zijn omgebouwd.

De ommezwaai van Vomar is bijzonder. Zo’n twee jaar terug had Vomar een pilot in Haarlem: mooie afdelingen, veel vers, her en der lokale producten en voor Vomar-begrippen een grote stap richting meer sfeer. In lijn met wat we bij meer formules zien, een hernieuwde gerichtheid op verleiding, verrassing en beleving. Daarna koos het bedrijf voor een tegengestelde richting. Richting discount. Daarmee is Vomar een uitzondering geworden, bijna alle fullserviceformules hebben de laatste jaren voor upgrading gekozen, Vomar voor down- trading, na een kennelijk mislukte upgrading. Naar de reden hiervan kunnen we alleen maar gissen: of de omzet van die pilot in Haarlem was slecht, of de kosten liepen zozeer uit de pan dat het voor alle filialen bij elkaar niet meer te doen zou zijn, of eigenaar Cees Zwanenburg heeft de directie erop gewezen dat Vomar terug zou moeten naar het vroegere dna van ‘Voordeelmarkt’, het tweede deel van de formulenaam. De ene directie vertrok, de andere kwam. En begon aan Vomar Rood. Kom je nu een van die drie pilot-Vomars binnen, dan begin je niet meer bij die broodafdeling van vroeger. Nu kom je binnen op de agf-afdeling, zo- als de meeste supermarkten. Maar belangrijker dan dat: je krijgt meteen een discountgevoel; cleane uitstraling, pallets op de vloer (bier en wijn), veel rode prijscommunicatie, bijvoorbeeld op hangborden.

Dat gevoel wordt versterkt door de non-foodstraat na de agf: fietsdragertassen, poefen met opberg- ruimte, fietspompen, gereedschapsets, decoupeer- zagen… het doet me aan Dirk denken. Dat móet welhaast de signatuur zijn van Aart van Haren, de directeur die van Detailresult/Dirk overkwam. Die uitbreiding in non-food is wel ten koste van de grootte van het assortiment gegaan. Met name in bijvoorbeeld kleine flesjes en blikjes fris lijkt het aanbod beperkt tot de grote merken en Fernandez, dat in Amsterdam natuurlijk groot is.

Verder vallen de stort- bakken en kopstellin- gen met laaggeprijsde C-merken op, met van die ‘verzin ’s gauw wat’-merknamen zoals chips van Crackito en wasmiddel color of ultra voor €1,59 van het merk ‘Superschoon’. Vleursvloer Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Reageren? Mail evelyn@ct-company.nl.

Tegen Lidl-achtige prijzen. Natuurlijk, Lidl is succesvol de laatst jaren, maar is Lidl ook af te blokken door elementen van die formule te kopiëren?

We zien een ruime afdeling met dierenvoeding, ‘voor Minoes, Max en Flappie’, in samenwerking met Ranzijn. Ranzijn is de dierenspeciaalzaak annex tuincentrum, ‘de andere keten’ van Cees Zwanenburg.

In de vakpers heeft Aart van Haren desgevraagd gemeld dat de pilotwinkels succesvol zijn in de verkopen van vers. Zou dat komen door de vlees- promoties met bijna een kilo karbonade voor € 3,99? Het heeft er alles van weg dat Vomar Rood in zijn eigen marktgebied de positie van het verdwenen C1000 wil innemen, ‘de grootste slager van Nederland’, maar dan in eigen regio. Wel fijn voor de kleine portemonnee, maar wat moeten we van die keuze vinden in een tijd waarin iedereen weet dat de concurrentiestrijd een belemmering is voor verdere stappen in dierenwelzijn en de kwestie vleesconsumptie en milieubelasting? Wat voor signaal wil je dan afgeven?

Er is ieder geval een aparte folder voor deze drie winkels, in de kleuren rood, terwijl de gewone Vomar-folder juist geel, blauw en rood is. Zolang dat zo blijft, is dat wat verwarrend: één formule, twee varianten. Daar kun je tegen inbrengen dat de meeste klanten daar geen last van zullen heb- ben omdat ze meestal dezelfde Vomar bezoeken. Lukt het Vomar om als discounter beter de strijd met Dirk, Lidl en Aldi aan te kunnen? Of om klanten van AH, Plus etc. of delen van hun bestedingen naar zich toe te halen? Hoewel het wel een duidelijke goedkope signatuur is, komt het bij mij over als ‘terug in de tijd’. De nieuwe Dirk heeft gemiddeld gesproken toch wat mooi- ere winkels. En lukt het dan met deze winkel om veel meer voetjes over de vloer te krijgen? Want dat is wel de voorwaarde. Zonder een enorme verhoging van het aantal klanten wordt het lastig om Vomar Rood winstgevend te krijgen.