Let’s TALK...

Pilotwinkel, Dagwinkel

In het centrum van Hilversum, in een oude woonwijk de naam ‘het rooie dorp’, is eind april de pilotwinkel van Dagwinkel gestart, de buurtwinkelformule van Van Tol. Met als ondernemers Hans en Monica Vermond. Op deze plek zat altijd al een winkel, maar deze was formuleloos sinds het verdwijnen van Golff en de ondernemers runden ‘m hiervóór als ‘Superverswinkel’.
De Dagwinkel ziet er eigentijds en aantrekkelijk uit, wat niet zo gek is voor een levensmiddelenzaak die net verbouwd is. Niettemin heeft Van Tol ook teruggegrepen op de tradities van de vroegere speciaalzaak, bijvoorbeeld door de aardbeien en meloenen die buiten gepresenteerd worden. Traditie en zelfs nostalgie: binnen zie je meteen veel hout in het meubilair en oude foto’s van de buurt, levensgroot in zwart-wit afgebeeld; het creëert een gemoedelijke buurtsfeer. Deze Dagwinkel is net als zijn soortgenoten klein, 500 m2 vvo, maar door de lage stellingen voor zowel vers als dkw oogt hij toch ruim genoeg. En er wordt nog volop gebouwd als ik er ben: er wordt een houten lambrizering tussen de schappen en het plafond gemonteerd en ook het nostalgische meubel voor de koffiebonen (alsof het zo uit een oude kruidenierswinkel gehaald) is die ochtend aangekomen en wordt geïnstalleerd. Over enkele dagen zul je hier je eigen koffiebonen kunnen tappen uit de mooie kast en desgewenst malen. In het midden vind je dkw, maar beperkt, de nadruk ligt overduidelijk op de versgroepen. Wel – zoals we van Van Tol gewend zijn – zie je producten die afwijken van gewone supermarkten afwijken, zoals ambachtelijke chips in papieren zakken. Dkw beperken is een begrijpelijke keuze; voor de weekboodschappen en de standaard-voorraadartikelen gaan de meeste huishoudens toch naar een grote supermarkt. Deze winkel moet het van vers hebben, en dan vooral vleeswaren, kaas en brood. En er staat een zuiveltap waar je dikke yoghurt tappen en een bakje mueslie erbovenop doet en kunt meenemen. Je kunt er lekker beleg kopen, en vers brood, maar er is ook een ruim assortiment borrelkaasjes en wijnen. Daarnaast kun je hier belegde broodjes kopen die hier in de winkel zelf bereid worden. Van Tol noemt dat ‘het make-offstation’, een verbastering van het aloude bake-off, denk ik. Hier worden de broodjes afgebakken en rijkelijk belegd en in de toekomst ook salades en smoothies bereid.

De klanten bestaan uit een trouwe, maar vergrijzende groep klanten uit de buurt. Het personeel werkt hier al dertig jaar en zal die klantenkring waarschijnlijk al jaren kennen. Maar daar is het ook een buurtwinkel voor, waar je als kind voor het eerst zelf boodschappen mocht halen (en moeder stiekem op de hoek stond te kijken).
De andere pijler van Dagwinkel naast vers is: service en gemak. En dat uit zich hierin; ten eerste levert deze Dagwinkel – maar dat is bij heel wat meer buurtwinkels van Van Tol – aan bedrijven in de buurt: lunches, brood en beleg of juist belegde broodjes, en eventueel de overige boodschappen. Die levering aan bedrijven is niet alleen een kwestie van meer omzet draaien, het is ook een indirect voordeel: verswaren hebben in buurtwinkels met een klein weekomzetje een beperkte omloopsnelheid. Dat zorgt ervoor dat de derving in relatieve zin nog groter is dan bij reguliere en grote supermarkten. Om dat te voorkomen, beperkt een ondernemer van een buurtwinkel zich noodgedwongen tot minder varianten in zijn versaanbod. Maar dat is eigenlijk bouwen aan een neerwaartse spiraal, want keuzeverkleining kan weer tot gevolg hebben dat vaste bezoekers ook van lieverlee naar de grote supermarkt gaat. Die extra levering aan bedrijven zorgt er daarom voor dat bijvoorbeeld het aanbod vleeswaren ruim kan blijven en deze Dagwinkel het niet ook op dát punt weer aflegt tegen AH’s, Jumbo’s, Lidls etc.

Ten tweede bezorgt de Dagwinkel aan huis. Klanten kunnen mailen of bellen. Bestellingen vóór 12.00 u probeert deze Dagwinkel diezelfde dag nog te leveren, de klant kan pinnen bij de levering. Ook kunnen klanten bestellen en in de winkel afhalen. Dagwinkel vecht op zijn manier dus gewoon mee in de e-commerce-concurrentiestrijd.

Ten derde werkt de Dagwinkel samen met andere ondernemers: de slagerij van een stukje verderop in de straat levert (een deel van) de vleeswaren.

Het zal er natuurlijk om spannen of het ondernemerskoppel nieuwe wijkbewoners tot klant maakt, zodat die een deel van de grote boodschappen bij grotere winkels beetje bij beetje in deze Dagwinkel besteedt. De openingstijden zijn van 8 tot 8, dus daar hoeft het niet aan te liggen.

Deze buurtwinkel doet dus wat trendwatchers, retaildeskundigen etc., etc. allemaal roepen; voorkom dat je uitsterft als vergetenboodschapwinkel, investeer in vers (meer kans op dagelijkse bezoekers en meer kans op een hogere brutomarge) en bied service (levering aan bedrijven en bezorgen/afhalen). Daarmee is Dagwinkel echter, ook al is het dan in de stad Hilversum, nog niet van het innoverende soort als Spar University of Coop Vandaag, die zich in grote steden of studentensteden meer richten op maaltijdoplossingen voor ontbijt, lunch, avondeten etc.

Daar kan (en moet) Van Tol nog een volgende stap in zetten.

Jumbo Kooistra: wel en niet ‘Foodmarkt’

Onlangs ging een van de Jumbo’s van vader Yke en zoon Erik Kooistra opnieuw open. De Kooistra’s, eigenaars van negen Jumbo’s, hebben deze winkel ingrijpend verbouwd. Het is officieel géén Foodmarkt. Maar intussen is-ie ‘best wel Foodmarkt’, zogezegd, en daarnaast aangepast aan de Friese consument. Bolsward, een stadje met 10.000 inwoners, die winkel in Bolsward schijnt maar liefst rond de € 500.000 omzet per week te draaien. Jumbo Kooistra, nogmaals, is géén Foodmarkt, het heeft meer weg van een grote Jumbo. Er is geen steenoven voor pizza’s, geen Aziatische maaltijden en het pand is geen oud industrieel erfgoed zoals Jumbo Foodmarkt Amsterdam. Wat maakt Kooistra dan uniek en wat is dat Friese element dan? En zit dáár dan die vijf ton in?
Het is ongelooflijk druk op vrijdagochtend in de winkel, het is zoeken naar een parkeerplek. Bij binnenkomst zie ik elektrische kinderwinkelwagentjes met een tablet erop, waarmee kinderen een puzzeltocht door de winkel kunnen doen. Eenmaal door de poortjes is er geen niet zo’n strikte scheiding tussen vers en houdbaar zoals in de andere Foodmarkt-vestigingen. Je komt binnen op de agf-afdeling (aardbeien breed gepresenteerd, met slagroom, fijne kristalsuiker en beschuiten) en daarna meteen de visafdeling. Die begint met de inmiddels bekende pick & mix van diepvriesschepvis zoals we dat van Jumbo Foodmarkt ​en sommige Jumbo’s ​ kennen. Daar liggen echter ook de Ebi-garnalen (in de vriezer), om te frituren. Die kan ik gewoonlijk alleen bij de Japanner kopen. Daarnaast de verse sushi, die op dat moment vers gemaakt wordten die je mag proeven, want de Bolswarder heeft die nog niet gehad, althans, niet hier in de omgeving. Bolsward heeft geen sushirestaurant. Klapstuk in deze winkel en een voor Nederland unieke specialiteit zijn de oesters uit de Waddenzee. Dit zijn geen kweekoesters, dat mag niet in de Waddenzee, maar wilde oesters, die bij eb geraapt worden. Ze zijn wat steviger dan andere oesters. Jammer dat deze niet uitgedeeld werden, maar wel begrijpelijk, maar was wel benieuwd hoe die smaken in vergelijking met Zeeuwse oesters. Ze liggen in een aquarium, waar water met de juiste zoutgehalte en andere voedingsstoffen zoals in zee doorheen stroomt. Hierdoor blijven de oesters in leven en dus vers. Als je erop tikt en ze gaan niet dicht, dan leven ze niet meer. Maar dat bleek weinig voor te komen.

Naast de sushi en oesters ook verse en gerookte vis zoals gerookte forel, het alternatief voor paling. Maar wat het beste loopt op de visafdeling is de gebakken vis, zoals kibbeling. Heerlijk en gemakkelijk. Dat is dan wel weer een Foodmarkt-element, het is natuurlijk een prima alternatief voor de viswinkel en de viskraam op de markt, en tegelijk in assortimentsopzicht een goede aanvulling op de gegrilde kippetjes en de spareribs.
Ook de bekende producten als verse pizza om thuis in de oven te doen en de taarten van Jumbo Foodmarkt vind je hier, maar dan zonder de aankleding zoals in de Foodmarkt-vestigingen in Breda en Amsterdam.

En nu de Friese specialiteiten: Friezen houden wel van een biertje, zo te zien aan de behoorlijk grote bierafdeling. Rechts de kratten, links de flesjes. Boven de flesjes een bakstenen muur met Friese teksten erop en een aantal grote zwart-witsfeerplaten en vaten. En de eerste meter is voor Us Heit, het bier dat in Bolsward gebrouwen wordt, met inmiddels recepturen uit verschillende plekken in Friesland, bereid met vooral Friese grondstoffen. Er is in Bolsward ook een proeflokaal. Naast bier worden er bij Us Heit ook whisky en likeuren gestookt. Die worden natuurlijk niet in deze Jumbo verkocht, maar wel in de slijterij van Kooistra tegenover deze Jumbo. We zien de naam ‘Tsoch en mear’ (‘Proost en meer’) en dat omvat drie winkels: een slijter, een ijssalon en een koffie- en chocoladewinkel.
Andere Friese elementen zijn: de grote keuze aan ‘droge worst’ (met Friese en Groningse varianten) voor bij de borrel, Friese kaasjes en ook Fries brood en Fries gebak, zoals sukerbôlle (suikerbrood) en dûmkes (soort koekjes), ach, dat is voor Friezen weer normaal.
Aan het eind van de winkel zien we ook een restaurant en daar zit best veel volk. Ontbijten voor € 1,50, koffie en vlaai ook voor € 1,50, op bepaalde tijdstippen dan. Dat zijn wel Jumbo-prijzen. Ontbijten voor € 1,50, dat is nog net geen Ikea, maar die is er ook niet in Friesland en het is altijd nog 50 cent minder dan ontbijten bij Hema; tel uit je winst. Het lijkt me dat Kooistra horeca met die prijzen als traffic-instrument gebruikt. Maar goed, dat is bij Ikea en Hema niet anders.

Bolsward. Is dat nou de meest logische plek voor een Jumbo als deze? Het is natuurlijk de bakermat van Kooistra, die in de provincie een begrip is. Maar ik denk dat ik als ik Kooistra was voor een grotere stad had gekozen, Leeuwarden of Heerenveen. Maar van de andere kant, voor de mensen uit Bolsward en omstreken is nu wel veel lekker eten en drinken makkelijk bereikbaar, eten en drinken dat er eerst niet was – en bovendien: als deze plaats je bakermat is, zullen juist die klanten die jou kennen, het waarderen dat jij dat lekkere eten en drinken in je winkel ‘opdient’.

En daarnaast: vader en zoon Kooistra hebben nu nog acht andere winkels waarmee zij met deze initiatieven nog eventueel terecht kunnen.

Wisselwerking Emté & Van Heinde

Kort geleden hebben we met ons team de nieuwe Emté 3.0 in Den Bosch bekeken, de voormalige Van Heinde-versmarkt. Niet zozeer voor het supermarktgedeelte, dat is al uitgebreid in de vorige Foodpersonality beschreven. In FoodPersonality juni werd erop gewezen dat ‘Brasserie Van Heinde’ gebruik maakt van de ingrediënten van Emté en dat het verder een reguliere Emté 3.0 was met Van Heinde als horecanaam, maar wij waren benieuwd naar de ‘mate van blurring’: hoe worden boodschappen doen en ter plaatse eten en drinken gemixt en vooral ook; bevorderd?

In dit gebouw zit bij Emté dus nog 2 Van Heinde zaken: de broodjescorner, de zgn. take-away, en de brasserie Van Heinde. De take-away zit aan een van de vier zijden van ‘keuken’ van de Emté 3.0. Deze keuken is de oude keuken van Van Heinde en daarmee ook veel groter dan in de andere Emté’s. De broodjeszaak heeft een andere ingang dan de supermarkt, aan de zijde van de hogeschool, heel handig met al die studenten. Het prijsniveau van de take-awaydrankjes is gericht op traffic trekken: 1 euro voor cappuccino of verse jus, de broodjes zijn € 3,50. De brasserie is van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat open, dus van ontbijt, koffie met taart uit eigen huis en lunch tot diner. De brasserie maakt de gerechten ook in dezelfde Emté-keuken. Het bijzondere is dat de gerechten die boven geserveerd worden, bereid worden met uitsluitend producten die in de Emté supermarkt verkrijgbaar zijn. Dus alles wat je boven eet, kun je thuis ook bereiden met de ingrediënten van Emté. Op de kaart staan dus o.a. biefstuk van ‘Natuurvlees’ (het vlees van de runderen van Staatsbosbeheer, dat exclusief bij Emté verkrijgbaar is), een hamburger gemaakt van de ‘Frozen Butcher Iberico burger’ (van beneden uit de vriezer), heerlijke charcuterieschotel en clubsandwiches van ‘Van Heinde Vlees en Vis’. Vlees en vleeswaren vormen nog steeds een van de speerpunten, zoals in alle Emté’s 3.0, en hier dan extra de verse vis op ijs.//Nou, eigenlijk een aanstekelijke combinatie, maar zie ik nog wel heel veel kansen, want dit wordt nog bijna niet gecommuniceerd. En op het moment dat wij er waren, was het lekker druk in de winkel, ook de take-away liep lekker, maar de brasserie kon nog wel wat meer gasten gebruiken (oké, horecapieken zijn anders dan boodschappenpieken, maar dan nog…). En laten we niet vergeten dat de ombouw nog maar sinds begin mei gereed is, en daarmee eerst gefocust is op de supermarkt, maar ik zie nog wel mogelijkheden voor verbetering.//Allereerst is de toegang van de brasserie via een trap in een wat dode hoek van de supermarkt. En waar je dan uitnodigende borden zou verwachten bij de trap om je verleiden tot een lekker kop cappuccino met taart of de dagaanbieding voor de lunch of diner staat er behalve onopvallend de menukaart van de brasserie eigenlijk niets om je de trap op te trekken. Alleen als je al van plan was om naar de brasserie te gaan doe je dat.//En dan eenmaal boven: het eten is prima, de service uitstekend en de entourage prettig en eigentijds. Maar het verhaal over de ingrediënten uit de supermarkt staat nergens. En wat zou het leuk zijn als je de receptkaarten van de gerechten die je hebt gegeten mee naar huis krijgt, zodat je echt deze gerechten ook echt thuis kunt maken op een restaurantmanier (gesteld dan dat je net zo goed kunt koken als de chef-kok van de brasserie, nou ja, altijd het uitproberen waard…). Storytelling, beleving, service, dat zou deze combinatie verleidelijker kunnen maken.//Tot slot nog een tip voor branchenieuwsgierigen: mocht je ernaartoe willen, Emté Van Heinde heeft een eigen parkeergarage. Maar die parkeergarage vinden bleek in ons geval nog een uitdaging, langs de weg stond geen signing. Nu kun je heel gemakkelijk in de openbare parkeergarage verderop parkeren, maar dan heb je je auto weer niet dicht bij de ingang van de winkel staan. Eigenlijk is dit meer een tip aan het adres van Sligro Food Group, maar het kan best zijn dat de gemeente moeilijk heeft gedaan over extra bewegwijzering. Of dat is nog in de maak.

Ik denk dat deze locatie nog enorm veel meer potentieel heeft en verder ontwikkeld kan worden tot een echte ‘blurringlocatie’: waar je je boodschappen kunt doen, maar ook in de winkel én in de brasserie inspiratie kunt opdoen voor lekker vers en gezond eten, gemaakt van producten met een verhaal.

Gek eigenlijk, dat we bedenken dat dat beter, scherper, duidelijker verwoord en begeleid kan worden in deze winkel, want als één van de marktpartijen ervaring heeft met horeca en boodschappen doen, dan is het Sligro Food Group wel. Denk aan de activiteiten van Sligro Food Group, met ‘foodservice’ en ‘foodretail’ als twee duidelijk afzonderlijke onderdelen van het bedrijf. Dus als één marktpartij het potentieel heeft om optimaal gebruik te maken van een ‘blurringtrend’, dan is het Sligro Food Group wel. Maar als ik nu bedenk wat wij daarvan in Den Bosch hebben gezien, dan besef ik dat ook voor Sligro Food Group ‘blurring’ eigenlijk een onontdekt potentieel is en dat Sligro hier eigenlijk maar nét mee is begonnen.

AH To Go weer langs de snelweg

Albert Heijn heeft een deal gesloten met BP

Albert Heijn heeft een deal gesloten met BP en de komende tijd worden een enkele BP-pompshops omgebouwd tot AH To Go’s.

De omzet bij benzinestations stijgt volgens het Foodservice Instituut Nederland weer, na jaren van teruggang. Het eind aan de crises, meer werkenden en meer autoverkeer dragen daar zeker aan bij. Maar ook formulevernieuwingen bij de oliemaatschappijen zijn eraan hebben bijgedragen, zoals Texaco Go en Shell Deli2Go. Als ik aan formulevernieuwing langs de snelweg denk, moet ik vooral Scheiwijk noemen: aan de A27 Utrecht richting Gorinchem, met regionale, biologische, ambachtelijke en in de winkel bereide levensmiddelen.

Het was ook nodig denk ik: de marge op benzine best gekrompen is de laatste jaren door de opkomst van de goedkopere tankstations. En dan is de vraag hoe kunnen tankstations nu meer omzet en winst halen uit de andere producten dan brandstof. Antwoord: door meer in te spelen op de behoeften van hun klanten.

De meeste pompshops hebben een foodservicebenadering, maar BP is de samenwerking met AH To Go aangegaan. In de bladen heb ik gelezen dat het assortiment aangepast is aan de behoeften van de automobilist.

Dus ben ik een kijkje gaan nemen in de BP langs de A8 bij Zaandam.

Als je binnenkomt, zie je meteen een echte AH To Go. Buiten wordt al geadverteerd met de koffiedeal (€ 2,50 koffie met een croissant). Er is ook een lunchdeal voor € 5,00 bestaande uit een broodje, sap en fruit. Binnen loopt je direct tegen een kopstelling met fruit en een actiedisplay met ice coffee en yoghurt met muesli aan. Achterin zie je ook de grote koeling met salades. Aan de linkerzijde bevindt zich allereerst de welbekende koffiecorner, de ingang van de toiletten en een grote koeling met ‘frisdrank en water’. Rechtdoor de balie met de vers belegde broodjes, met daarvoor statafels om daar ter plekke direct je koffie en broodjes op te eten. En rechts de kassa voor het afrekenen van de brandstof. Bij de kassa zijn tegenwoordig de motorolie, ruitenvloeistof en de sigaretten verkrijgbaar. En het fungeert als afhaalpunt van Bol.com. Er zijn 3 afrekenplekken:  bij de kassa’s en bij de broodjescorner kun je je brandstof afrekenen en voor alles uit de shop kun je ook bij de selfservicekassa’s betalen.

Ik ben altijd een fan van AH To Go geweest, met zijn lekkere salades, sapjes en fruit. Maar ik geloof ook dat je goed naar de doelgroep en gebruiksmoment moet kijken. En op het moment dat ik daar was, was het halverwege de middag, het was het druk, en stond de winkel vol met … alleen maar mannen. De personeelsleden en ik waren de enige vrouwen daar. En al die mannen met hartige trek liepen direct naar de vitrine naast de broodjesbalie, waar de meter met de traditionele snacks staan: kroket, frikadelbroodjes etc. Deze vitrine was echter grotendeels uitverkocht en leeg. Ik geloof dat consumptiepatronen veranderen, maar niet dat we de vrachtwagenchauffeur van een broodje bal zomaar naar een komkommer met humus krijgen, hoe goed dat ook voor hem zou zijn.

En als ik kijk naar mijn eigen consumptiepatroon onderweg, dan heb ik vanaf halverwege de middag ook trek in een hartige snack. Maar niet perse in een broodje bal. Ik heb trek in een wat lekkerdere snack of kleine maaltijd, die past bij AH en AH-to-go. Dus een hamburger van black angusvlees, een biologisch kipburger of een lekkere veggieburger.  Of keuze uit twee lekkere pasta’s.  Of iets met pulled pork. Ik mis bij deze AH-to-go warme lekkere snacks of maaltijden voor de hartige trek, die iets luxer en veel eigentijdser zijn dan het broodje bal.

Bij het wachten in de rij voor de broodjes zie ik opeens op het scherm een hamburgerdeal langskomen. Hé, waar is die dan, en wat is er nog meer? Bij heel goed kijken zie ik toch een paar warme snacks: er zijn klaarblijkelijk hamburgers en pizza’s te verkrijgen, het aanbod zit met een sticker geplakt op de vitrine met warme snacks. Was ik toch volledig aan voorbij gelopen. Want dat ontbreekt: in elke snackbar, restaurant en zie ik duidelijk wat op het menu staat, maar niet hier. Ze hebben het wel, maar ze vertellen het niet. De hamburgers en pizza’s staan niet in de vitrine als show en ik heb ook niemand ze zien eten. Wil AH ze niet verkopen, of is er nog geen goede manier gevonden om ze te laten zien? Dat zou ik echt als eerste veranderen. En daarnaast kan ik me voorstellen dat er nog wel meer mogelijk is. Ik ben benieuwd of AH To Go de komende weken zijn innovatiekracht zal aanwenden om voor de warme snacks en maaltijden ook een mooi assortiment neer te zetten.

Eigenlijk geloof ik meer in het andere nieuwe initiatief van general manager Jan-Willem Dockheer van AH To Go: dan heb ik het niet zozeer over zijn suggestie om onder AH-vlag op grond van lokale consumentenkeuzes hamburgers of frites te gaan bakken (zoals hij een tijd terug in de media liet doorschemeren). Dat lijkt me niet bij AH passen. Maar ik doel op Dockheers aanpak in Duitsland, in de pompshops van Shell, waar AH sinds kort mee van start is gegaan: gewoon een paar meter ‘gezond/lekker/verrassend’ in een ‘normale’ pompshop. Dan ben je inderdaad niks meer dan ‘een leverancier van Shell’. Leverancier zijn, daar zal AH opnieuw aan moeten wennen (zeker bij Shell, die twee zijn al een keer uit elkaar gegaan). Maar toch; dát zie ik meer zitten.