Let’s TALK...

De eerste Belgische Jumbo

Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Deze column van Evelyn is verschenen in de Foodpersonality van november 2019.

Het viel niet te missen, op 6 november ging de eerste Jumbo in België open. Dus in de auto gestapt om een kijkje te nemen. Bij Bergeijk de grens over en dan nog zo’n 12 km België in, naar Neerpelt, onderdeel van de gemeente Pelt. De wegen en huizen ogen meteen anders, maar: rijdend door Neerpelt zie ik een Gamma, een Kruidvat, een Blokker en een Action. Overal gele pijlen van ballonnen die de weg wijzen naar de Jumbo.

Vechten om een plekje

Op de parkeerplaats is het vechten om een plekje. Eenmaal binnen, kom ik eerst op de agf-afdeling, waar de bananen voor € 1,19 per kg aangeboden worden, en in grote stapels klaarliggen – dezelfde prijs als in Nederlandse Jumbo’s. De afdeling lijkt op die van een Jumbo Foodmarkt. Ik zie hier artikelen die ik niet uit de Nederlandse supers ken, zoals de tomatensoorten of -merken coeur de boeuf, kumato en san marzano. Maar ook onderdelen die ik juist wél van Jumbo Foodmarkt ken, zoals het ‘zelfscheptapasmeubel’, gezien in bijvoorbeeld die in Leidschendam.
Meteen daarna de afdeling ‘Verskeuken’. Sfeervol met een achterwand van groene tegeltjes. Met versbelegde pizza’s vanaf 4 euro, tussen 11 en 2 uur worden broodjes vers afgebakken en vers belegd en met verse maaltijden. De pizza’s worden hier niet afgebakken, dat moet je thuis doen. Aansluitend de slagerij, die hier vanzelfsprekend de Belgische term ‘beenhouwerij’ draagt. Met een stuk rosbief in de aanbieding: een kilo voor € 9,99. Ook liggen er stukken chateaubriand in het schap. Voor wie niet weet wat dat is – ik moest het ook even opzoeken – een malse runderbiefstuk uit één stuk voor meer personen (in het betere restaurant is het een gerecht voor twee). Met andere woorden, Jumbo begint in de Belgische markt met ‘bourgondische’ producten, wellicht zijn het wel echte ‘Belgische helden’. Bij dit vlees geeft Jumbo een zogeheten ‘100% mals- garantie’. Wie niet tevreden is, krijgt gratis een nieuw stuk of z’n geld terug.
Tegenover de slagerij is de visafdeling: geen vis op ijs, maar wel groter dan we in de meeste Jumbo’s zien, met ook wat extra producten zoals oesters. Daarna komen we bij de broodafdeling. Als je in de wagentjes van klanten kijkt, hebben ze vrijwel allemaal broodjes in hun mandje liggen, de ‘kies en mix’ van ovenverse croissants, keizerbroodjes, donuts en nog wat broodjes met vier stuks voor een euro: voor de Belgen onversmaadbaar.

Wijnen van veraf

Op veel plekken in de winkel kun je proeven, bijvoorbeeld de druiven en ook een stukje ham. Maar het leukste proeven is wellicht de wijn. In tegenstelling tot Nederland mag een winkel in België wel wijn laten proeven. Jumbo doet dat met een sommelier, en met het thema ‘wijnen van veraf’. Dat vind ik wel slim: Belgen drinken volgens mij meer wijn uit Europese landen dan Nederlanders, die net zo goed een Zuid-Afrikaan, Australiër, Chileen, Argentijn of Amerikaan opentrekken, dus pakt Jumbo uit met wijn uit dat soort landen. Ik kan rode of witte wijn in drie soorten proeven. Sta ik hier rond twaalf uur al aan de wijn, zeg. Alle drie deze wijnen zijn ‘tweede fles halve prijs’ en dat verleidt mij genoeg om van één soort twee flesjes mee te nemen. Ik zie ook een andere wijnpresentatie dan in de Nederlandse supers, AH, Jumbo, Plus etc. delen ‘bij ons’ in op smaak, maar hier houdt Jumbo het land van herkomst aan, ‘de oude manier’. Ook hier weer ‘producthelden’. de chateauneuf du pape valt me vooral op.

Belgische Jumbo

Prijssignalen

Hoewel Jumbo in België niet de laagsteprijsgarantie claimt, omdat Colruyt dat al doet, geeft Jumbo wel geregeld sterke prijssignalen af. Ik ben zelf niet heel prijsbewust, maar € 3,89 voor 1 liter Jumbo-olijfolie extra vierge klinkt me wel laag in de oren, zeker als dit de vaste lage prijs is. Als ik naderhand naar de AH in dit dorp ga, zie ik een soortgelijke, van het AH-huismerk: ruim een euro duurder.
En dan afrekenen. Pokkedruk, zo’n openingsdag: rijen tot halverwege de winkel, volle karren. Het aantal kassa’s is vandaag te klein. Personeel met zelfscanapparaten helpt klanten afrekenen. Ha! Als klant tijdens de openingsdag krijg ik ook nog een gratis chocoladetaart mee.

Daarna nog een rondje supermarkten in Neerpelt: AH, Delhaize en Colruyt. Eerst langs de Albert Heijn om de hoek; lijkt verdacht veel op een Nederlandse AH. hé, zie je wel? Wijn op smaak, van stevig tot soepel. Dan Colruyt met z’n basale betonnen vloeren en hoge stellingen, met daarin wel goede producten voor een scherpe prijs. Opvallend: Colruyt heeft op de elektronische prijskaartjes in rood de prijsverlagingen vermeld, soms met de omschrijving ‘reactie concurrent’. Kortom, het lokale prijzenslagje is al begonnen. De Lidl en de Alvo nog bezoeken: nee, dat red ik niet meer.

Kortom

Wat ik van de nieuwe Jumbo in België vind? Een echte Jumbo, met een stukje traiteur erin en aanpassingen voor de Belgische markt. Zonder de Foodmarktelementen als het Foodcafé of La Place-restaurant, pickuppoint of die module met gebakken vis, maar wel met andere onderdelen uit de Foodmarkt: de agf-aankleding, belegde pizza, zelfscheptapas etc.
En wordt dit nu een prijzenslag?
Nou heeft Neerpelt best veel supermarkten: Jumbo, AH, Colruyt, Delhaize, Lidl en een Alvo, op 16.000 inwoners. Maar de gemeente Pelt 32.000: als geheel Pelt het met die supermarkten moet doen, dan is het aantal consumenten groot genoeg om voor alle zes genoeg omzet op te leveren.
Vergeleken met de andere die ik bezocht heb, is de nieuwe Jumbo wel de mooiste van Neerpelt. Dat is vaak zo, de nieuwste is meteen weer de mooiste.

Van Bieren, bierwinkel en -platform

Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Deze column van Evelyn is verschenen in de Foodpersonality van oktober 2019.

In Utrecht aan de Nachtegaalstraat zit een bierwinkel met de naam ‘Van Bieren’. Meer dan 400 verschillende speciaalbieren, zowel lokaal, als internationaal, van bekende tot moeilijk verkrijgbare biertjes, van flesjes en blikjes tot vers getapt bier en cadeauverpakkingen.
Deze bierwinkel is een initiatief van Joost Jan Kinds, Jeroen Welten en Henriëtte van Looveren, die hiervoor (onder andere) respectievelijk bij C1000, Diageo en Beiersdorf werkten.

Allereerst de winkel. Die staat vol met speciaal bieren. Van ‘van zo dichtbij mogelijk’, bijvoorbeeld ‘gewoon hier’ uit Utrecht, tot speciaalbieren uit Amerika en zelfs Afrika.
Op de toonbank staat een tap waar ‘vers’ bier getapt wordt, in flessen van 0,75 liter. Je vindt hier natuurlijk allerlei soorten bier, van blond tot IPA, en nu in het seizoen bokbier, maar ook bijvoorbeeld bieren die op eikenvaten gerijpt zijn. En ook alcoholvrije en laag-alcoholische speciaalbieren. Waarom? Omdat de bierliefhebbers die bij Van Bieren klant zijn, ook naar alcoholvrije varianten vragen.

Afbeelding Van Bieren

Ik raak in gesprek met de drie initiatiefnemers. Nou gebeurt dat wel vaker als ik in een winkel rondloop en aantekeningen maak, maar in dit geval wordt dit toch wel anders dan wat ik gewoonlijk doe. Gewoonlijk doe ik een indruk op van een winkel of een site en probeer ik voor mezelf (en voor deze rubriek) een antwoord te krijgen op de vraag waarom ik er klant van zou willen zijn, of waarom juist niet. Maar nu word ik gaandeweg mijn bezoek een soort interviewster van Van Looveren, Kinds en Welten. Zij vertellen van alles, het wordt een soort rondleiding.
Goed dan. Hoe krijgen Kinds, Welten en Van Looveren een optimaal assortiment? Zij zeggen Untappd te gebruiken, bijvoorbeeld. Een app waarop mensen de smaak van verschillende bieren beoordelen. Hier wordt het leuke lokaal gebrouwen bier gescheiden van de bieren van brouwers die voortdurend een zelfde kwaliteit weten aan te houden.

Echter, een bierwinkel alleen bereikt maar een klein publiek. Achter de schermen van deze bierwinkel heeft het drietal een platform voor lokale speciaalbieren ontwikkeld. Een platform dat vraag en aanbod samenbrengt van lokale bieren en horeca-ondernemers en slijterijen. Dus, als een kroeg in Groningen een biervariant uit Rotterdam wil voeren die zijn groothandel niet in het assortiment heeft, kan hij het bij Van Bieren bestellen (vandaag besteld, morgen binnen, is het uitgangspunt). De bezorging gaat via PostNL. Voor lokale brouwerijen moet Van Bieren een uitkomst zijn, want zo hoeven ze niet bij heel veel grossiers opgenomen te worden, en het voorkomt dat er te veel bier op verschillende plekken op voorraad staat en er mogelijk tht-problemen ontstaan. Het scheelt ook veel verkoopactiviteiten. Daar heeft een kleine brouwerij vaak maar weinig tijd voor, en vaak ook niet de nodige expertise.

Van Bieren doet de verkoop en distributie van zo’n 35 brouwerijen en dat aantal stijgt, krijg ik te horen.
Maar niet alleen lokale brouwerijen kloppen aan bij Van Bieren. Ook Swinkels Family Brewers, voorheen Bavaria genoemd, dat voor 51% eigenaar is van het populaire Ethiopische bier Habesha, gebruikt Van Bieren voor de distributie van dat Ethiopische merk. Het bier wordt in Nederland verkocht, maar Van Bieren doet ook de export naar verschillende landen zoals Frankrijk (met de juiste accijnsafdracht en verzending naar de afnemers). De omzet van het platform is afgelopen jaren goed gegroeid, aldus het drietal. Zozeer dat zij momenteel naar investeerders zoeken.

Het klinkt alsof Van Bieren daarmee vergelijkbaar is met Beerwulf (met Heineken als grote partij erachter) en Bier & Co (dat inmiddels door Swinkels Family Brewers is overgenomen). Alleen, de bierwinkel is ‘business to consumer’, maar het bierplatform niet, dat is business to business. Dat is wel een verschil met Beerwulf en Bier & Co. Afnemers kunnen bij Van Bieren zelfs moeilijk verkrijgbare bieren vooruitbestellen. Bijvoorbeeld, als je van tevoren laat intekenen op speciaal gebrouwen partijen, die jij als klant dan graag wilt hebben omdat je daarmee hoopt iets bijzonders op de kop te tikken. Voor zo’n brouwer is dat ook een voordeel, die kan dan van tevoren al zijn afzet inschatten.

Van Looveren, Kinds en Welten denken nog over andere mogelijkheden, zoals een platform voor bijzondere frisdranken of bijzondere sterke dranken. Die dan samen met het speciaalbier in een mandje komen en in één keer geleverd en gefactureerd kunnen worden.
Jammer eigenlijk, dat Van Bieren niet aan de consument levert. Maar waarschijnlijk zou dat het businessmodel aantasten. Nu heeft Van Bieren nog altijd zakelijke afnemers als klant, met een hoger bestelbedrag, en dat bevordert de rentabiliteit.
En de diehard-bierzoeker, die kan nog altijd gewoon naar de winkel komen.

De saladebar bij Albert Heijn Foodplaza

Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Deze column van Evelyn is verschenen in de Foodpersonality van september 2019.

Het was een klein berichtje, midden in de vakantietijd: Albert Heijn start met een test van een saladebar in de Albert Heijn ‘Foodplaza’ in Amsterdam. Dat is de AH pal achter het Paleis op de Dam en naast Magna Plaza. Bij deze test werkt AH samen met Foodmaker.

Eerst iets meer over Foodmaker: Foodmaker is een Belgisch bedrijf, van ondernemer Lieven Vanlommel, uit Westerlo. In België is het een groot bedrijf. En met enige historie ook, de overgrootvader van Vanlommel verkocht al groenten, ‘Lieven’ is de vierde generatie. Maar hij doet dat wel op zijn eigen manier: ‘making killer salads, since 1925’, staat op de homepage van de website.
Foodmaker is niet alleen salademaker, maar ook retailer: het heeft een aantal eigen vestigingen in België, ook een in Parijs, maar voor wie benieuwd is en Parijs wat te ver vindt: ook een in Den Haag. Foodmaker werkt al een jaar of tien samen met Delhaize op het gebied van salades en heeft sinds eind juni in de Delhaize-supermarkt in de Stadsfeestzaal van Antwerpen een saladebar.
De komende tijd zal er in meer Delhaize-supermarkten een saladebar komen. En daarnaast is er in de Delhaize in Nijvel een nieuwe corner: het Fresh Atelier, een counter bij binnenkomst in het teken van ‘food to go’, ook in samenwerking met Foodmaker. Die Delhaize in Nijvel werd vorig najaar heropend en gold als de nieuwe pilotwinkel van Delhaize. Nou, gezien die jarenlange samenwerking is Foodmaker natuurlijk via Ahold Delhaize bij Albert Heijn binnengekomen. Maar eens een kijkje nemen bij die AH Foodplaza.

Dit is een enorm grote en drukke Albert Heijn, vol met toeristen en passanten. Naast de gebruikelijke elementen van wat we allemaal wel van Albert Heijn kennen, ligt er ook veel nadruk op kaas, stroopwafels en andere typisch toeristische items. En deze Albert Heijn heeft nog een Bakery Café en een Deli Kitchen. Deze afdelingen worden volgens de media binnenkort omgedoopt tot Allerhande Café en Allerhande Kitchen.

Goed. De saladebar. Bij de ingang in de AH Foodplaza zie ik meteen Bakery Café en de saladebar. Naast de koffie, vers belegde broodjes en pizzapunten van Bakery Café staat een klein compact meubel, waar je salades kunt scheppen in een ‘small, medium of large’- bakje. ‘Vul zelf je saladebowl!’. Ik zie eigenlijk niet meteen dat het een samenwerking is met Foodmaker, hoewel dat wel vermeld staat: ‘Foodmaker, exclusief bij Albert Heijn’. De salades kosten € 2,99, € 4,99 of € 6,99 (small, medium, large) en je schept je salade in een bruin kartonnen bakje. Je kunt kiezen uit zes salades, stukjes kip, kerstomaatjes, hummus en drie soorten dressings.
Ik ben er vlak na de lunch en het is goed uitverkocht. De bakken van de salade-ingrediënten hebben allemaal nog maar een bodempje over. Maar er zit nog genoeg in voor een portie voor mij. Dekseltje erop en afrekenen. Eigenlijk heb ik nog weinig van zulke saladebars in Nederland gezien, en zeker niet in zelfbediening. Ik ken het van Engeland, daar zie je in grote steden Tesco’s en Sainsbury’s dit ook presenteren, zeker als die in een marktgebied zitten met veel kantoorklanten eromheen, en waar soortgelijke presentaties na de lunch ook altijd net zo leeggeplunderd zijn als hier. En ergens verrast het me ook dat dit bij Albert Heijn is. Albert Heijn heeft weliswaar AH To Go voor gebieden met veel passanten, maar los van AH To Go zet AH doorgaans toch iets minder in op directe consumptie dan bijvoorbeeld Jumbo, Spar of Coop met hun formulevarianten Jumbo City, Spar City en Coop Vandaag.

De grootste verrassing? De smaak. De salade is ongekend lekker. Ik heb toch echt wel aardig wat salades gegeten in al die jaren, en ik ben ook een echte salade-eter, maar dit is boven verwachting. Daarvoor wil ik dan toch de credits aan Foodmaker geven. Ik weet niet wat Vanlommel en zijn Foodmaker-collega’s met de kruiding of ingrediënten gedaan hebben, maar de salade heeft erg veel smaak. De kreet ‘we do magic with veggies’ wordt wat mij betreft helemaal waargemaakt. En hoe Engels ook allemaal, de Belgische roots zie ik terug in de woordkeuze van de claim: ‘zonder bewaarmiddelen’ en smaakstoffen.
Het Food Atelier, het food-to-go-onderdeel van Foodmaker in enkele Delhaize-supermarkten, heeft een nog wat duurzamere component: van de salades die overblijven, worden de volgende dag sappen en soepen gemaakt. Benieuwd of dat hier ook geldt. Mijn conclusie is: de saladebar is een aanwinst voor de klanten die hier in deze AH Foodplaza geregeld aankopen doen (en voor de toeristen). Het Het is vernieuwend, lekker en – neem ik aan – gezond.

Ik hoop daarnaast dat deze test heel succesvol uitpakt, zodat het niet tot Amsterdam beperkt zal blijven en dat al die lekkere salades zich in allerlei AH’s als een vlek overal in ons land zullen uitbreiden. Want tot nu toe mis ik vernieuwingen als deze in de vestigingen buiten de vier grote steden. Wat mij betreft: begin er maar mee in Amersfoort, dan kom ik eraan.

Etos-pilot Leidschendam

Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Deze column van Evelyn is verschenen in de Foodpersonality van julli/augustus 2019.

Een ‘gezond aanbod’ is bij Albert Heijn steeds meer onderdeel van de dagelijkse praktijk aan het worden, het is ook onderdeel van de missie van AH. De drogisterijketen van AholdDelhaize, Etos, lijkt een soortgelijke missie te hanteren. Halverwege vorige maand is er een pilotwinkel van Etos opengegaan in winkelcentrum Mall of the Netherlands, waar nog steeds aan verbouwd wordt. Volgens de media: een ‘wellbeing-Etos’, met als missie: de klant helpen om elke dag lekker in zijn of haar vel te zitten. Deze Etos biedt hiervoor persoonlijk beauty- en gezondheidsadvies. Eens een kijkje nemen wat Etos zoal bedoelt.

De Etos bevindt zich vrijwel direct naast de Jumbo Foodmarkt, met alleen nog een Kruidvat ertussen. Deze Etos verschilt inderdaad sterk van de andere. De look & feel is anders, de kleuren zijn anders. Een mooie, frisse winkel, deels een houten vloer, en deels zwarte en houten meubels. Als je binnenkomt valt meteen de nadruk op make-up artikelen en ‘beauty’ op, een mascarameubel lacht me toe, net als een molen met sierraden. Ook word ik op 1+1-acties geattendeerd, die ik van ‘de drogist’ gewend ben.

In de drogisterijsector ligt het promo-aandeel boven de 50%. Veel van mijn drogisterij-artikelen kan ik ook in een actie bij de supermarkt kopen, dus de drogisterij moet me met sterke promo’s trekken – of wellicht juist met ‘wellbeing’. En juist op dat vlak zie ik hier nieuwe producten en ‘diensten’. Op een beeldscherm in de etalage worden activiteiten aangekondigd. ‘Lekker in je vel met Vitalize, advies van een orthomoleculair therapeut‘, bijvoorbeeld. Of een ‘persoonlijk gezondheidsadvies’, ook van die orthomoleculaire therapeut. Een bijeenkomst van Yoni over ‘waar tampons van gemaakt zijn’. Of Bekijk je kindje met de Babywatcher‘. Achter in de zaak is een ruimte voor deze activiteiten. Een orthomoleculair therapeut, dat moet ik even opzoeken. Ook na het opzoeken blijft het voor mij wat onduidelijk wat dat nu is… nou ja, ‘iets met’ gezondheidsadviezen, voedingssupplementen, levensstijl, etc. De bijeenkomst over tampons, die laat ik graag schieten. De bijeenkomst over een Babywatcher, dat lijkt me wel wat. Het blijkt een apparaat te zijn dat je kunt huren en waarmee je thuis zelf echo’s van je ongeboren kind kunt maken en de foto’s daarvan kunt afdrukken. Grappig. Ook een beetje griezelig.

Achter in de winkel kan ik mijn BMI laten meten, op zo’n weegschaal die je gewoonlijk alleen in de sportschool of bij de fysiotherapeut ziet. De weegschaal meet van alles: je BMI, vetpercentage, vochtpercentage, spiermassa (aardig: mijn metabolische leeftijd is 40, wat dat ook moge betekenen, ik ben er blij mee). De meeste indicatoren staan gelukkig goed, dus weinig actie vereist. Rondom de weegschaal zie ik producten om mee af te vallen en spiermassa mee op te bouwen. Ik krijg de folder mee en ik word gewezen op de ‘vitaliteitscheck’, die net om het hoekje staat. Hier kan ik een scan maken van mijn hand, een snelle of een uitgebreide. De scan ‘leest’; de muis van mijn hand en adviseert vervolgens supplementen van het merk Just2BeFit. Ik scoor een 4,9 en er worden twee voedingssupplementen aanbevolen, ‘gepersonaliseerde voeding’ dus. Die twee aanbevolen producten kosten bij elkaar een kleine € 60,-, oké, maar dan wel met de belofte dat ik me echt vitaler ga voelen. Het zijn Zwitserse natuurproducten ‘voor een optimale balans’, wetenschappelijk onderbouwd door ons eigen DSM en aanbevolen door oud-schaatser Hein Vergeer. Ik vind de uitleg van het apparaat echter wat summier, en ik ben nog niet overtuigd.
Etos heeft natuurlijk ook voedingssupplementen. Zoals een eiland met producten van Orangefit: producen waarmee je binnen één minuut een complete maaltijd maakt en je lichaam alles binnenkrijgt wat het nodig heeft. Puur plantaardig, dus ‘beter voor jou en voor de wereld’. Er is ook een afslankversie van. Een plantaardige dieet- maaltijd, ‘rijk aan voedingsstoffen’, zodat je geen ongezonde tekorten creëert. De producten kunnen dus een maaltijd vervangen. Voor als je geen tijd hebt om te koken. Of voor onderweg of even snel voor het sporten.

Ook zie ik een schap met producten om beter te slapen. Dat is wel een probleem waar veel Nederlanders mee zitten. Je vindt er oliën, homeopathische middelen en van die kussens met kersenpitten.

Het schepsnoep is ingeruild voor schepnoten. Gezonder natuurlijk, hoewel, ook pindarotsjes in witte chocolade. Je kunt de noten in een beker scheppen. Ik hoop maar dat de rotatie hoog genoeg is om ze vers te houden.

Tot slot er zijn zelfcheckouts. Kassa’s waar je zelf je producten kunt scannen en afrekenen. Waarom ook niet, zou je zeggen. Hoewel, mag dat eigenlijk wel, zonder advies van de drogist? Als consument zal ik daar niet om treuren. Als ik advies wil, vraag ik het wel. En voor een paracetamolletje is dat obligate apothekersritueel niet nodig.

Alles bij elkaar schuift Etos naar mijn idee een beetje op richting Vitaminstore. Het bezoek heeft me wel aan het denken gezet. Eet ik wel gezond, beweeg ik wel genoeg? Misschien toch maar eens zo’n smartwatch kopen en weten hoeveel stappen ik nou echt zet per dag. Of wat vaker naar de sportschool. Van de andere kant, het aanbod van Etos overtuigt me lang niet altijd, omdat ik niet de autoriteit ervaar van een persoon met een witte jas uit de gezondheidszorg.
Wel een mooie winkel, dat wel.

Superrr met 3 R-en

Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Deze column van Evelyn is verschenen in de Foodpersonality van juni 2019.

Vorige week was ik in het  dorpje Wirdum, net onder Leeuwarden. Daar zag ik een voor mij onbekende supermarkt: Superrr. Dus een kijkje genomen.

Het blijkt een buurtsuper te zijn met een bijzondere signatuur. De 3-R-en staan voor retail, re-integratie en relatie met het dorp.
Het eerste dat opvalt is dat er vrijwel alleen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken. Het is dus niet een supermarkt met een persoon die syndroom van down heeft. Nee, alle mensen die er werken zijn mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dat zie je en dat geeft een heel sympathiek gevoel. Je relaxt, neemt de tijd, bent vriendelijk en krijgt een glimlach terug en een zeer betrokken winkelmedewerker tegenover je. Het blijkt een samenwerking met de gemeente en de sociale dienst. De mensen die er werken zitten in een re-integratie traject omdat ze een burn-out hadden of langdurig in de bijstand zaten, of hebben een handicap waardoor een reguliere baan minder goed bij ze past. Doel is om mensen meer kans te geven op betaald werk. Het is een leerplek voor mensen om te leren werken in een supermarkt. De bedoeling is dat ze doorstromen naar een betaalde baan. Daarnaast functioneert de Superrr als dagbesteding voor gehandicapten.

Superrrr Wirdum 1 scaled

Voor het dorp is het het behoud of terugkeer van een buurtsupermarkt. In veel dorpen verdwijnen de voorzieningen en ook de supermarkt. Dat is lastig vooral voor ouderen, die minder mobiel zijn en dan hun boodschappen niet kunnen halen, maar ook het sociaal contact dat belangrijk is. De derde functie is dan ook de relatie met het dorp.

Maar eens een kijkje nemen. Als we binnenkomen is wordt er rechts in de winkel geklust en gebouwd. Daarboven hangt een grote luchtfoto van het dorp Wirdum met de kerk als centraal middelpunt. Vervolgens komen we voordat we bij de groente en fruit komen eerst een vitrine met gebak en een display met de lokale kruidenbitter ‘Het enige echte Wirdumer slokje’ tegen. Door de hele winkel vinden we lokale of streekassortimenten, zoals de droge worst. Er staat een display met wat Friese producten geschikt als cadeautjes, mokken met ‘Heit’ (vader) en ‘Beppe’ (oma) en koekje met ‘Beterschap’ of ‘Zomaar’ erop. In de schappen staat een compact assortiment, met onder andere het huismerk Gewoon van Superunie. Er is een koelkast met gekoeld bier.

Momenteel is er ook een actie voor de voedselbank. Bij de kassa staat een display waar je spullen kunt kopen voor de voedselbank. Die lever je na de kassa dan weer in in een container.
Opvallend in deze winkel is het grote aantal oudere bezoekers. Voor hen is het gemakkelijk boodschappen doen, actief blijven en je komt er nog eens iemand tegen om een praatje mee te maken. En je kunt langer thuis blijven wonen en bent niet afhankelijk van mensen in je omgeving voor je boodschappen.
Dat het iets duurder is wordt op de koop toe genomen, en als oudere heb je niet zoveel nodig. Voor gezinnen functioneert de winkel meer als winkel voor de vergeten boodschappen.

Een andere service is dat de winkel klusjes voor mensen kan doen. Boodschappen kunnen bijvoorbeeld bij ziekte thuis worden bezorgd, maar nog liever halen ze je op, zodat je je boodschappen kan doen, en brengen je naderhand terug naar huis en zetten de boodschappen nog even in de koelkast. Ook wordt er bij ziekte wel eens een tuintje gemaaid of ramen gelapt voor iemand uit het dorp.

Tot een paar jaar geleden was dit een SPAR buurt super. Ca. 6 jaar geleden zijn de winkels omgebouwd van Attent+ naar Superrr. SPAR belevert deze winkels ook nog steeds. Er zijn inmiddels 13 van deze Superrr buurtsupers in Nederland. Het assortiment wordt lokaal en per winkel bepaald door het team, en op vraag van de klanten, en afgestemd op de overige voorzieningen in het dorp. Is er al een slager, maar geen bakker, dan zal er meer nadruk op brood komen en zal er weinig tot geen vlees verkocht worden. Op deze manier worden de voorzieningen uitgebreid voor het dorp en de koek goed verdeeld. Het beste werkt het concept in dorpen waar de laatste winkel al een tijdje geleden was verdwenen. Bijvoorbeeld in ‘t Veld in Noord Holland heeft de dorpsstichting gezorgd voor een pand en het pand klaargemaakt voor de winkel. Het initiatief is ooit gestart in Almen en is onderdeel van Alliade, een zorgorganisatie uit Heerenveen.

Ik vind het een mooi initiatief. Mensen zinvol aan het werk krijgen, en een winkel voor het dorp behouden. Een mooi voorbeeld van een sociale invulling van de winkel voor het dorp.

Waarom komen niet alle innovaties op het schap?

Waarom komen niet alle innovaties op het schap?​

Innovatie is hartstikke belangrijk, maar is het wel voor iedereen even belangrijk?
Onze collega Tijn Bresser bekeek het door de ogen van de categoriemanager op het hoofdkantoor en schreef erover in de 4e editie van supermarkt.team.

Stel: Linda, de categoriemanager bij retailer X, is druk bezig. Zij moet haar promotieplanning voor Q3 nog aanleveren en heeft nog geen akkoord van alle leveranciers. Daarnaast is van een promotie die nu loopt de geschatte aantallen niet correct geweest en alle winkels bellen dat ze tekort komen. Net belde er ook nog een leverancier dat een product tijdelijk niet geleverd kan worden en zij moet voor de unitmanager nog een rapportage maken over de ontwikkeling van bio in haar categorie.
In al deze hectiek heeft zij een afspraak staan met de accountmanager van leverancier Y. Ze gaat naar het vergaderzaaltje en daar zit de accountmanager met een fantastisch, flitsende presentatie over een nieuw product dat ze op de markt gaan brengen. De onderzoeksresultaten zijn nog nooit zo positief geweest. Iedereen vindt het lekker en de aankoopbereidheid is heel hoog. Het gaat wel een miljoen omzet doen! De accountmanager vraagt aan Linda of ze het wil opnemen.

afbeelding 1 innovaties
afbeelding 2 innovaties

Wat gaat er nu door het hoofd van onze categoriemanager Linda? Waarschijnlijk: Ik heb al duizend artikelen in mijn categorie waar de klanten tevreden mee zijn. En als ik dit nieuwe product opneem moet ik er ook iets uithalen, dus van die voorspelde miljoen omzet (wat het waarschijnlijk niet gaat worden, want deze voorspellingen van leveranciers zijn vaak overdreven) moet ik eerst een bewezen omzet van iets anders uit het schap halen. En voor het opnemen van een nieuw product ben ik heel veel tijd kwijt voor het invoeren in alle systemen en het informeren van alle afdelingen. Dus zegt Linda tegen de leverancier: ‘Nee, te duur. We nemen het niet op’. Met één zinnetje heeft ze zichzelf veel werk bespaard.

Had dit ook anders gekund? Misschien wel. En de oplossing ligt volgens mij bij de leverancier. Probeer je in te leven in de categoriemanager. Vertel niet over het product, maar wat je voor haar kan betekenen. Hoe gaat het haar directe (categorie)problemen oplossen? Daarbij kun je denken aan het verzwaren van haar promotieplanning met extra investeringen en folderbijdragen. Het kan bijvoorbeeld ook helpen bij haar categorieopbouw, omdat de innovatie een specifieke klantengroep van de retailer aanspreekt door een bepaald gat in te vullen zoals glutenvrij. Uiteindelijk help je haar pas echt als je haar positie als categoriemanager in de organisatie versterkt. Kortom: als je als leverancier in gesprek gaat met een categoriemanager, zorg dan dat je kunt laten zien hoe deze innovatie haar categorie helpt en daarmee de formule van de retailer sterker zal maken. De categoriemanager ziet innovatie dan niet als veel moeite voor een klein beetje meer omzet, maar meer als een aanvulling en oplossing voor haar werk.

afbeelding 3 innovaties

Marqt in Heemstede

Marqt in Heemstede

Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Deze column van Evelyn is verschenen in de Foodpersonality van mei 2019.

Afgelopen maand opende Marqt alweer de derde winkel in de variant zoals de formule eruit ziet sinds de opening van Marqt in winkelcentrum ‘Brazilië’ in Amsterdam. Ditmaal in het centrum van Heemstede, een van de welvarendste gemeenten van ons land.

Een ritje naar Heemstede. In de hoofdwinkelstraat van Heemstede, waar je nog lekker voor de deur kunt parkeren, weliswaar betaald, een kijkje genomen.

De winkel heeft een brede gevel. Op de buiten¬gevel staat groot de aankondiging dat de oogst van de week ananas en mango zijn, met een kleine aanbieding: 2 voor € 4,-. Kortom, een uitnodiging om binnen te komen. Binnen begint met agf rechts en links loop je tegen de maaltijden in de koeling aan. Daar de aanbieding 2 voor € 12,-. Toch aantrekkelijk om er toch maar direct twee mee te nemen. Volgens mij zijn de multibuy-aanbiedingen nieuw, die heb ik niet eerder gezien. Maar het brengt me wel op ideeën. Naast maaltijden, vind ik ook eigentijdse snacks als een bekertje met falafel met hummus of pakjes met drie dadels als een soort reep.

Even verderop een meubel met ‘wat eten we vandaag?’, met alle ingrediënten voor twee gerechten, die je binnen 30 minuten op tafel kunt hebben staan.

Ditmaal een vegetarisch recept met gegrilde aubergine en een niet vegetarisch recept ernaast. En een koelvitrine met verse asperges, ‘Limburgs goud’ liefdevol afgedekt met een theedoek, tegen het uitdrogen.

Verder de winkel in zijn de eyecatchers het brood en, zoals ook in het verleden bij Marqt, de vis op ijs. Bij het brood bestaat een kant uit mooi ‘groot brood’, zoals wij dat noemen, met daarbij soorten die je hier verwacht, zoals spelt. Aan de andere kant taartjes, koeken, en chocolade voor de snelle trek. En suikerbrood om te proeven.

Wat valt verder op ten opzichte van het oude concept? Lage stellingen, waardoor je de hele winkel goed kunt overzien. Een duidelijke indeling voor momenten van de dag: ontbijt/lunch, snack en diner. En veel meer vers dan in het oude concept, de winkel lijkt 75% vers en nog 25% houdbaar te bevatten.

Marqt Heemstede afb2 scaled

En veel meer focus op lekker en gemak. Met ook bijvoorbeeld de Pom-pies, hartige taarten dus, in dit geval met een lekkere vulling uit Rijnsburg, die ik ook bij de online-winkel Crisp gezien en geproefd heb. Maar vooral ook alle ingrediënten voor een lekkere gezonde eigentijdse maaltijd. Zoals een hele koeling met vleesvervangers, ‘de vegetarische vleesmarkt’, met tofu, tempeh, maar ook groenteburgers als onderdeel van de zogeheten ‘groene proteïne’-afdeling. Daar vind je ook andere ‘groene proteïne’, zoals noten, peulvruchten en paddenstoelen, met de nodige uitleg erbij. Het vlees zelf is me eigenlijk niet opgevallen, dat staat niet prominent gepresenteerd.

Er zijn wel houdbare producten, maar weinig wat ik ook in de reguliere supermarkt kan kopen. En ook veel minder dan in de ‘oude’ vestigingen. Maar wel de dingen die ik nodig heb om een gehele maaltijd te koken, zoals kruidenmixen. En er is bijvoorbeeld wel een prachtig schapje met ingeblikte vis in mooie verpakkingen.

Er is ook een tap waar je je eigen waterflesje kunt bijvullen. Omdat, zoals Marqt zegt, ‘het Nederlandse leidingwater dik in orde is’, ‘een van de beste ter wereld zelfs’. En we hebben niet nog meer plastic afval nodig, is de redenering.
Bij het afrekenen – bij Marqt kun je alleen pinnen, trouwens – bestel ik een cappuccino. Duurt even, maar smaakt erg lekker. Ik weet eigenlijk niet of ik deze nu betaald heb, of gekregen heb van de zaak.
Ik koop een recyclebaar tasje. De prijs is ook het statiegeld. Ik mag het de volgende keer als ik wil weer teruggeven. Dat is wel fijn, als je niet je hele huis vol wilt hebben met dit soort tasjes voor elke keer dat je je tasje vergeten bent.
Marqt is ooit ontstaan om samen met de leveranciers een eerlijke prijs voor toeleveranciers te krijgen en eerlijk eten te leveren. Het is nu ook een lekkere winkel, of eigenlijk een toegankelijke speciaalzaak met veel vers en gemak. Met als boodschap: ‘goed voor de wereld én goed voor mij’. Geen opgestoken vingertje, hoewel er nog wel ergens een bordje staat dat er niets onder de kostprijs verkocht wordt, omdat dan altijd iets of iemand de prijs betaalt. Goed kwaliteits-eten gemakkelijk gemaakt. Met een onderscheidend assortiment. Eigenlijk een lekkere buurtwinkel voor mijn dagelijkse eten.
En meer dan in het verleden een verleidelijke winkel: met informatie, proeven of inspiratie om je nieuwe dingen te laten proberen.
En waar de vorige vestigingen onderling nogal verschilden, zie je nu dat de laatste drie Marqt- winkels meer op elkaar lijken. Hiermee is de formule makkelijk uit te breiden naar meer vestigingspunten, en zo kan Marqt ook buiten de vier grote steden in de Randstad groeien, zoals hier in Heemstede, met als voorwaarde dat het verzorgingsgebied zich ervoor leent. Komende maand komt nog een nieuwe winkel in Bussum, vertelt de bedrijfsleider me. En als Marqt met deze nieuwe variant succesvol genoeg is, komen er dit najaar nog meer nieuwe vestigingen. Marqt lijkt er vaart achter te zetten.

Albert Heijn ‘Science Park’ Amsterdam

Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Deze column van Evelyn is eerder verschenen in de Foodpersonality.

Albert Heijn heeft een nieuw filiaal geopend bij het ‘Science Park’ in Amsterdam, de campus in Amsterdam-Oost. Een grote AH, geen XL, maar wel met het assortiment van een XL. Vlak bij twee andere Albert Heijns. Wat heeft deze AH wat anderen niet hebben?

Het is een nieuw pand, met een parkeerplaats op het dak. Lift naar beneden en je bent bij de entree. Er is een zeer ruime ingang waar ook het pick-up point is. De Hero Jam Factory staat er, maar ‘niet in werking’, helaas. En verder een wat verdwaald bloemenhoekje en een servicebalie.

Ik loop ook tegen een koeling met convenience- artikelen: sapjes, belegde broodjes, sandwiches en wraps voor directe consumptie. Het is net na lunchtijd en de koeling is grotendeels uitver­kocht; tijd om bij te vullen, zou ik zeggen.

Je komt binnen op de agf-afdeling, met een ruime presentatie biologisch. Veelal zie je in AH-winkels biologische en niet-biologische agf door elkaar gepresenteerd, maar in verzorgings­gebieden waarvan AH denkt, of weet, dat de afzet van en interesse voor biologisch groter is dan gewoonlijk, staat biologische agf afzonderlijk gepresenteerd. En dat is hier, met deze AH voor hoofdzakelijk studenten, ook het geval. Dat is niet zo vreemd. Ik las ooit in de ‘Journal of Retailing’ de aanbeveling dat als klanten interesse hebben in een specifiek onderdeel van een categorie, je als winkel dat onderdeel beter afzonderlijk kunt presenteren.

Verder vallen me de vele exoten van deze agf- afdeling op, zoals kousenband en cassave. Die zie ik niet in ‘mijn AH’ in Amersfoort. Ook staat er een hele BBQ-presentatie met parasol, tafeltje en stoeltjes. Een aanbieding voor de BBQ van de Praxis, die je kunt

kopen in de Praxis naast deze AH. Met zelfs een banner van de Praxis. Zo’n vorm van samenwerking zie je wel eens vaker, maar wat AH betreft eerder bij franchisers, bij filialen is AH daar altijd terughoudender in.
Hier kun je alles voor de BBQ kopen: kolen, bier etc. Verderop in de winkel een ruim aanbod en extra displays met Coca-Cola en Heineken. Daarnaast is ook gekoeld bier verkrijgbaar.

Ook heeft AH hier een koeling vol staan met sushi van Sushi Daily. Het wordt niet hier ter plekke gemaakt, er is geen Sushi Daily-keukentje zoals in de XL-winkels bijvoorbeeld. Toch, op steeds meer hightrafficlocaties zie ik deze koeling opduiken, deels ook voor directe consumptie. Elders in de winkel staat er tussen de wijn ook een schap met alcoholische mixen en cocktails. Weer iets wat ik in ‘mijn AH’ niet heb. Speciaal voor studenten?

Met andere woorden, wat mij opvalt, is dat Albert Heijn nu serieus aan de gang is met differentiatie op basis van het verzorgingsgebied. Hoewel dit een gewone wijkwinkel lijkt, wijken het assor­timent en de presentatie op veel punten af van de traditionele AH-wijkwinkels. Daarmee lijkt het formulebeleid van AH wat losser te worden. Er komt meer ruimte voor speciale modules en assortimenten bestemd voor een specifiek verzorgingsgebied. Al rondkijkend besef ik steeds duidelijker dat AH beetje bij beetje afstapt van het uitgangspunt: ‘alleen voor consumptie thuis’. De keten beseft dat de klant soms boodschappen doet, maar soms ook direct een lunch, snack of maaltijd wil – voorheen was dat juist het verschil tussen AH en AH to go, maar dat is aan het vervagen.

Er wordt veel meer gevarieerd met bijvoorbeeld de sushi van Sushi Daily, maar ook met andere modules en assortimenten zoals Bakery Café en Deli Kitchen – om misverstanden te vermij­den, die vind ik hier niet, enkel die koeling met sappen en belegde broodjes. Hoewel ik weet dat inmiddels een andere AH in Amsterdam weer wél een Bakery Café en een Deli Kitchen heeft, de tweede na AH Gelderlandplein, bij mijn weten.

Ik ben benieuwd of de studenten van de UvA, die natuurlijk dagelijks op en neer gaan naar hun ‘Science Park’, dit allemaal ook gaan uitproberen.

De marktleider wil volgens Distrifood meer inzicht krijgen in de invloed van regionale en/ of lokale weersomstandigheden en evenemen­ten en inspelen op de behoeften van klanten bij afzonderlijke winkels. Dat inspelen – in dit geval op het zomerweer – zie ik duidelijk in de presen­tatie van deze winkel. Ik denk dat het een mooie testomgeving is in een ‘echte’ winkel.

Als leverancier wordt het dus belangrijk om meer kennis te hebben van de verschillende gebrui­kersgroepen van je producten, je merken en je categorie, om zo een goede gesprekspartner van AH te blijven. En ook om lokaal kansen te zien en die samen met AH aan te grijpen.

Ik vind het jammer dat ‘mijn Albert Heijn’ in Amersfoort nog niet ‘meegaat’ met al deze nieuwe modules. ‘Wij, in Amersfoort’ worden klaarblijkelijk ingedeeld als ‘traditioneel bood- schappengebied’.

Zal wel aan mijn buren liggen?