Let’s TALK...

Albert Heijn ‘Science Park’ Amsterdam

Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Deze column van Evelyn is eerder verschenen in de Foodpersonality.

Albert Heijn heeft een nieuw filiaal geopend bij het ‘Science Park’ in Amsterdam, de campus in Amsterdam-Oost. Een grote AH, geen XL, maar wel met het assortiment van een XL. Vlak bij twee andere Albert Heijns. Wat heeft deze AH wat anderen niet hebben?

Het is een nieuw pand, met een parkeerplaats op het dak. Lift naar beneden en je bent bij de entree. Er is een zeer ruime ingang waar ook het pick-up point is. De Hero Jam Factory staat er, maar ‘niet in werking’, helaas. En verder een wat verdwaald bloemenhoekje en een servicebalie.

Ik loop ook tegen een koeling met convenience- artikelen: sapjes, belegde broodjes, sandwiches en wraps voor directe consumptie. Het is net na lunchtijd en de koeling is grotendeels uitver­kocht; tijd om bij te vullen, zou ik zeggen.

Je komt binnen op de agf-afdeling, met een ruime presentatie biologisch. Veelal zie je in AH-winkels biologische en niet-biologische agf door elkaar gepresenteerd, maar in verzorgings­gebieden waarvan AH denkt, of weet, dat de afzet van en interesse voor biologisch groter is dan gewoonlijk, staat biologische agf afzonderlijk gepresenteerd. En dat is hier, met deze AH voor hoofdzakelijk studenten, ook het geval. Dat is niet zo vreemd. Ik las ooit in de ‘Journal of Retailing’ de aanbeveling dat als klanten interesse hebben in een specifiek onderdeel van een categorie, je als winkel dat onderdeel beter afzonderlijk kunt presenteren.

Verder vallen me de vele exoten van deze agf- afdeling op, zoals kousenband en cassave. Die zie ik niet in ‘mijn AH’ in Amersfoort. Ook staat er een hele BBQ-presentatie met parasol, tafeltje en stoeltjes. Een aanbieding voor de BBQ van de Praxis, die je kunt

kopen in de Praxis naast deze AH. Met zelfs een banner van de Praxis. Zo’n vorm van samenwerking zie je wel eens vaker, maar wat AH betreft eerder bij franchisers, bij filialen is AH daar altijd terughoudender in.
Hier kun je alles voor de BBQ kopen: kolen, bier etc. Verderop in de winkel een ruim aanbod en extra displays met Coca-Cola en Heineken. Daarnaast is ook gekoeld bier verkrijgbaar.

Ook heeft AH hier een koeling vol staan met sushi van Sushi Daily. Het wordt niet hier ter plekke gemaakt, er is geen Sushi Daily-keukentje zoals in de XL-winkels bijvoorbeeld. Toch, op steeds meer hightrafficlocaties zie ik deze koeling opduiken, deels ook voor directe consumptie. Elders in de winkel staat er tussen de wijn ook een schap met alcoholische mixen en cocktails. Weer iets wat ik in ‘mijn AH’ niet heb. Speciaal voor studenten?

Met andere woorden, wat mij opvalt, is dat Albert Heijn nu serieus aan de gang is met differentiatie op basis van het verzorgingsgebied. Hoewel dit een gewone wijkwinkel lijkt, wijken het assor­timent en de presentatie op veel punten af van de traditionele AH-wijkwinkels. Daarmee lijkt het formulebeleid van AH wat losser te worden. Er komt meer ruimte voor speciale modules en assortimenten bestemd voor een specifiek verzorgingsgebied. Al rondkijkend besef ik steeds duidelijker dat AH beetje bij beetje afstapt van het uitgangspunt: ‘alleen voor consumptie thuis’. De keten beseft dat de klant soms boodschappen doet, maar soms ook direct een lunch, snack of maaltijd wil – voorheen was dat juist het verschil tussen AH en AH to go, maar dat is aan het vervagen.

Er wordt veel meer gevarieerd met bijvoorbeeld de sushi van Sushi Daily, maar ook met andere modules en assortimenten zoals Bakery Café en Deli Kitchen – om misverstanden te vermij­den, die vind ik hier niet, enkel die koeling met sappen en belegde broodjes. Hoewel ik weet dat inmiddels een andere AH in Amsterdam weer wél een Bakery Café en een Deli Kitchen heeft, de tweede na AH Gelderlandplein, bij mijn weten.

Ik ben benieuwd of de studenten van de UvA, die natuurlijk dagelijks op en neer gaan naar hun ‘Science Park’, dit allemaal ook gaan uitproberen.

De marktleider wil volgens Distrifood meer inzicht krijgen in de invloed van regionale en/ of lokale weersomstandigheden en evenemen­ten en inspelen op de behoeften van klanten bij afzonderlijke winkels. Dat inspelen – in dit geval op het zomerweer – zie ik duidelijk in de presen­tatie van deze winkel. Ik denk dat het een mooie testomgeving is in een ‘echte’ winkel.

Als leverancier wordt het dus belangrijk om meer kennis te hebben van de verschillende gebrui­kersgroepen van je producten, je merken en je categorie, om zo een goede gesprekspartner van AH te blijven. En ook om lokaal kansen te zien en die samen met AH aan te grijpen.

Ik vind het jammer dat ‘mijn Albert Heijn’ in Amersfoort nog niet ‘meegaat’ met al deze nieuwe modules. ‘Wij, in Amersfoort’ worden klaarblijkelijk ingedeeld als ‘traditioneel bood- schappengebied’.

Zal wel aan mijn buren liggen?

Plus Amersfoort met ‘on the go’

Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Deze column van Evelyn is eerder verschenen in de Foodpersonality.

‘De Plus bij ons verkoopt nu kant-en-klare brood­jes en maaltijden’, hoorde ik in mijn Amersfoortse kennissenkring. Zou die Plus inmiddels ook Bril­jant 2.0 zijn geworden, zonder dat ik ervan weet? Op naar: het centrum van mijn eigen stad.

De Plus in Amersfoort, van ondernemer Krijn Vermeulen, is bij mijn weten een van de grootste Plus-vestigingen in Nederland. Die Plus zit tegen het oude stadscentrum aan en om dat oude cen­trum heen heb je kantoren, opleidingen, kortom, veel passanten. Als je langs de winkel loopt, valt het nieuwe on­derdeel niet te missen: als de schuifdeuren open­gaan, loop je direct langs het ‘on the go’-gedeelte voordat je bij de ingang van de winkel komt. Een groot krijtbord heet de klanten ‘welkom op onze nieuwe afdeling’ met twee combideals, al noemen ze die niet zo: een ontbijt- en een lunchdeal heten je welkom. Je loopt zo tegen de counter aan. Er liggen veel broodjes als ik er kom, het is al na lunchtijd en toch nog continu druk. Voor € 3,25 heb je een versbelegd broodje en een frisdrank of sapje. Ook kun je kiezen voor een salade of sushi. De broodjes worden vers belegd, salades en smoothies versgemaakt en de sushi wordt verderop in winkel bereid. Veel gezonds, maar ook de warme frikandel- en saucijzen­broodjes voor de hartige trek. Het meisje achter de counter vertelt me dat ’s ochtends de ontbijtartikelen breder gepresenteerd staan, met de aanbieding van een croissant met koffie of thee voor € 1,75 en vanaf vier uur ’s mid­dags wordt plaatsgemaakt voor pizza’s, ‘vers uit de steenoven’. Je kunt alles meenemen voor onderweg of voor op je kantoor etc., maar je kunt het ook hier opeten: er staan zitjes, kranten liggen klaar.

Waarom vind ik dat hier? Nou, een Plus zit doorgaans niet in een stadscentrum, de Plus van Vermeulen is een van de uitzonderingen. Een stukje verderop zit sinds enkele maanden een Coop. En die Coop is geen Coop Vandaag, maar wel een Coop met ook een aanbod voor passan­ten. Vermeulen heeft vast gedacht: dan ik ook. En geef ’m eens ongelijk. Amersfoort is er groot genoeg voor.

Oh, maar dat aanbod is dan gewoon ‘uit de Makerij’ die maaltijdenunit van Plus Briljant 2.0? Nee, want deze Plus is een Plus Briljant 1.0, hoor ik. En dat zie ik ook, zodra ze me dat zeggen. Navraag bij Plus Retail leert me dat dit een lokaal initiatief is, waarbij Plus Retail mee heeft gehol­pen met het bedenken van het concept en het aanbod en met de realisatie ervan. Daarbij is met een schuin oog ook gekeken naar de Plus Briljant 2.0 van Elroy Verhoeven in Rotterdam, de eerste Briljant 2.0 met een horeca-aanbod en -voorzie­ning. Maar dan nog: elementen uit Briljant 2.0 worden niet zomaar overgeheveld naar voorgan­ger 1.0. Dus ja, ‘gekeken, maar niet ‘overgenomen’. Het assortiment, da’s weer wat anders. Vermeulen had al eerder initiatieven voor eten voor consumenten onderweg, voor de kantoor­mensen en studenten en scholieren of voor de mensen die op weg zijn naar de stad of er juist van terugkomen. Met een sushi-aanbod. En dit horeca-achtige aanbod is nu nieuw, en voor Plus uniek. En Plus Retail volgt dit initiatief uiteraard ook van nabij, om ervan te leren.

‘Goed eten, daar houden we van, hoor je geregeld op je tv thuis. De pay-off van Plus sinds ongeveer een jaar nu, geloof ik. En hier is dat aangevuld met directe consumptie of om mee te nemen. Wat ik van het aanbod vind? Ik zou het aanvullen met schepijs of softijs, Amersfoort is er kinderrijk genoeg voor. Bovendien vind ik de claim ‘maaltij­den’, dus wat uit mijn kennissenkring hoorde, wat veel van het goede. Plus zelf zegt dat gelukkig niet, want die term vind ik te groot voor sushi en pizza’s. Misschien toch ook maar gegrilde kip, spareribs of andere maaltijdonderdelen toevoegen? Maar daar heb je dan wellicht een echte ‘keuken’ voor nodig. Wel­licht in de fase Briljant 2.0.

‘Spar Lokaal’ in Heelsum

Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Deze column van Evelyn is eerder verschenen in de Foodpersonality.

In Heelsum, een dorp van 3.800 inwoners tussen Wageningen en Arnhem in, is onlangs een Spar heropend. En in die Spar is de retailorganisatie gestart met ‘Spar Lokaal’. Of beter: Eric en Emiel van Duuren deden dat, de broers die ondernemer zijn van deze Spar, deze is nieuw voor hen. Een vernieuwde Spar, prima, maar we zijn vooral ook benieuwd naar dat ‘Spar Lokaal’. Uit een eerder interview met de beide Van Duurens in Distrifood maak ik op dat de plannen best ambitieus zijn. Spar Lokaal is een horecavoorziening en die zou in het ideale geval het nieuwe ‘dorpscentrum’ kunnen worden, de plek waar de mensen van Heelsum elkaar kunnen ontmoeten. Verenigingen zouden er kunnen vergaderen, de wijkagent een inloopspreekuur kunnen houden, zomaar wat ideeën. Op naar Heelsum.

O, wat mooi. Want deze Spar, net als andere bebouwing aan de Utrechtseweg, ligt op een heu­veltje. Daardoor rij je een stukje omhoog als je de parkeerplaats op gaat. En je staat met de auto ook een beetje scheef (handrem!). Het is eventjes alsof ik in de Ardennen of de Eifel ben beland. De pui doet mij ook een beetje buitenlands aan, een witte muur, maar dan wel van een verouderde dorpssuper uit de Ardennen – we kunnen het ook welbewust ‘retro’ noemen. Kijk, het is ook weer niet zo dat een gloednieuwe pui van een ‘big box’ altijd mooi is, dan is dit aan slijtage onderhe­vige ‘dorpshuis’ misschien nog aardiger. Maar een extra opknapbeurt zou geen kwaad kunnen.

spar lokaal heelsum

Naar binnen… wat een contrast met die pui. Als je binnenkomt zie je links direct de zithoek met een tafel en een paar zitjes, waar groepjes mensen zitten. Dat zal dan wel ‘Spar Lokaal’ zijn. Je loopt tegelijk af op de impulskoeling met daarin een aanbieding met blauwe bessen, bra­men of frambozen, maar ook yoghurtbekers met vruchten en muesli, sushi en gekoeld vers appel­sap. Rechtdoor loop je de winkel in, beginnend met het brood, broodjes, snacks, belegde broodjes etc., in die hoge stellingen voor het brood die we van moderne Spar-winkels gewend zijn. De winkel heeft een eigentijdse en overzichtelijke uitstraling met lage, niet te lange meubels en veel kleinere displays en aantrekkelijke kopstellingen. De agf-afdeling heeft vrij ondiepe rekken, waar­door er een ruim aanbod is, maar een beperkte voorraad en alles dus verser blijft. In de koeling zie ik moderne, eigentijdse rauw- kostsalades onder het ‘Held van Spar’-label, bijvoorbeeld quinoa-amandel, of maaltijdsalades met gegrilde kip. Ik zie veel ‘verkoopstimuli’: paden met aan het eind een display of koelmeubel. Een borrel- meubel met buitenlandse kaasjes, olijven en toastjes etc. Daarnaast nog een borrelkopstelling met wijn, speciaal bier, droge worst, chips etc. Ook veel dwarsverbanden in de schappen: nootjes bij het bier, dipsaus bij de chips. Met de kopstellingen, displays, en clipstrips worden ideeën geboden die de kassa-aanslag dienen te verhogen. Er is over nagedacht dat dit een winkel is waar je aan het eind van de dag nog je maaltijd koopt en het consumptiemoment dicht bij het koopmoment ligt: wijn, bier en water worden deels gekoeld gepresenteerd, zodat je die niet thuis eerst nog moet koelen.

Het is een complete winkel voor het dorp met extra artikelen en diensten die juist voor een dorp handig zijn, zoals een uitgebreide drogisterij- afdeling en een ruim aanbod zelfzorgmedicijnen. Er is een slijterij, achter glas, en bij de kassa zie ik stomerij, post, boodschappenbezorging etc. Bijzonder is ook de opstelling van de agf; midden in de winkel, als een soort centrale rotonde, met voor, achter, links en rechts van je alle andere ca­tegorieën. Het is eigenlijk allemaal heel aantrek­kelijk en uitgekiend opgezet.

Goed dat een dorp als Heelsum zo’n Spar heeft?

Ja. Maar de werkelijkheid is wat weerbarstiger: een beetje topografie leert dat Heelsum onderdeel is van de gemeente Renkum. Heelsum is gewoon tegen Renkum aangegroeid. De AH en de Plus van Renkum liggen nog geen kilometer verderop en zijn – uiteraard – goedkoper. Mooie winkel, maar de concurrentie is wel heel dichtbij. En dan Spar Lokaal: zoals ik al zei, meteen bij binnenkomst, links van het brood: een lange tafel met stoelen, een paar fauteuils bij het venster, en aan de andere kant de counter met horeca. Ik be­stel een cappuccino. Alleszins redelijke prijzen: € 1,50 voor een cappuccino, € 0,99 voor een saucij­zenbroodje. Ik eet er mijn in de winkel gekochte sushi op als lunch. Je kunt ook belegde broodjes voor € 2,75 of € 3,75 bestellen, die dan vers wor­den bereid. Of muffins voor € 1,19. Gevoelsmatig ook een stuk goedkoper dan bij La Place.

Maar is dit nu de nieuwe grote ontmoetingsplek voor de mensen uit Heelsum? De tijd zal het leren. Grote verenigingen zie ik hier nog niet zo­maar vergaderen. Met een wijkagent hier praten over een probleem met je buren? Zie ik ook nog niet zo. Zeker niet als die buren net ook hier zijn. Is horeca een gat in de markt hier in Heelsum? Een dorpscafé heeft Heelsum niet meer, restau­rantjes nog wel. Wellicht zullen klanten deze Spar gezellig vinden, zonder dat ze er zich van bewust zijn dat dat aan die horecavoorziening ligt. Met andere woorden, dat Spar Lokaal niet direct, maar alleen indirect wat voor de omzet of klantentrouw van deze Spar betekent.

Benieuwd hoe snel Spar hiermee aan de slag gaat in andere plaatsen; dat zegt misschien iets over het succes

Albert Heijn Hoofddorp

Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Deze column van Evelyn is eerder verschenen in de Foodpersonality.

Dit voorjaar vernieuwde Albert Heijn in een van z’n filialen in Hoofddorp (filiaal Genderenplein) zowel assortiment als presentatie, vooral de agf-afdeling en de maaltijdopties die daar altijd bij in de buurt staan. Inmiddels heeft AH bekendgemaakt dat wat in Hoofddorp is gedaan, nu ook in 24 andere AH’s gaat komen. Het lijkt een geslaagd initiatief. Maar eens kijken wat ik er ervaar als ik er boodschappen ga doen en rondneuzen.

Als je binnenkomt, zie je als eerste een groot eiland van met voor mij toch wel verrassend seizoensfruit in de aanbieding: pluots en wilde perziken. Pluots zien eruit als kleine ronde appeltjes, iets tussen een pruim en een abrikoos in. Wilde perziken kennen we wel, dat zijn die wat platge­slagen perziken. Op het scherm staat informatie over welke groente en fruit er dit seizoen zijn. Hierdoor maak ik kennis met een nieuwe vrucht, in de aanbieding, dus maar een klein risico als het niet lekker blijkt te zijn.

Bij de groente komt vochtige damp uit een leiding, ziet er spannend uit, maar ik begrijp als klant eigenlijk niet wat het voor de groente doet. Nader onderzoek op internet wijst uit dat dit ‘dry mist’ heet en dat het volgens AH agf langer houdbaar maakt: de druppeltjes zorgen ervoor dat de groente en fruit niet uitdrogen en zorgen ook voor verkoe­ling, waardoor de producten ’s nachts niet naar de koelcel hoeven. Minder derving, mooi, maar als klant zou ik denken dat de groente bij AH altijd vers is. Dit lijkt dus meer een besparing dan een consumentenvoordeel. Daarnaast is er minder plastic nodig, waarschijnlijk omdat de producten minder uitdrogen. Min­der plastic zal de consument zeker toejuichen. Ondanks alle schermen en communicatie meldt AH hier niks over aan mij als ik er ben.

Zelf scheppen, knippen of pakken is wel het nieu­we stramien van deze AH. Er is een heel schap met ‘schepsnoepgroente’ Zelf kiezen uit verschil­lende soorten snoepgroente en die in een beker doen. Naast de bekende tomaatjes en paprikaatjes in meer kleuren ook radijs en minikomkommertjes, bakjes, vorkjes, mesjes erbij… De radijsjes lijken nog minder hard te lopen. Of ze kunnen minder goed tegen los in bakken liggen. Ze zien er wat minder uit. Maar misschien moeten we daar nog aan wennen bij snoepgroente. Of zouden ze gebaat zijn bij ‘droge mist’ Daarnaast kun je zelf kruiden afknippen en per 10 gram afrekenen. En verschillende soorten losse paddenstoelen zelf in een zak doen.

Als ik me omdraai, zie ik het ‘grow your own’- schap, een vier meter lang schap vol met zaadjes, stekjes en plantjes om je eigen groente, fruit en kruiden te kweken in je eigen moestuin. Maar er liggen ook zakken met bollen, zoals tulpenbol­len. De moestuin, als vervolg op de succesvolle moestuinacties lijkt het inderdaad een superidee, maar het lijkt me vooral iets voor het voorjaar. Ik ben benieuwd of mensen bloembollen bij de Appie gaan kopen in andere seizoenen.

Dan kom ik bij een eiland met de groentepakketten zoals ik die ook uit mijn AH ken. En daarnaast liggen twee Allerhande-maaltijdboxen, met complete maaltijden, inclusief vlees. Dat hebben wij niet in onze AH. Zo te zien worden de maaltijden elke week gewisseld. Ik kan kiezen uit een tostadapakket en een pakket kiptajine met couscous. Ik kies voor het tostadapakket, met avocado’s, ei en een salsa van limoentomaten, dat ook nog eens vegetarisch is. Goed dat AH ook meer met vegetarisch doet, daar spreekt AH de vegetariërs mee aan, maar ook de flexitariërs die het lastig vinden een lekkere vegetarische maal­tijd op tafel te zetten.

Even een zijpaadje: die tostada’s naderhand thuis klaarmaken levert een verrassende en lekkere maaltijd op, maar is behoorlijk wat werk nog. Een ‘kwartiertje en klaar’? Nee, ik geloof niet dat ik dat gered heb. Of was dat voor de andere serie producten, ‘Koken voor 2’? De prijs is met z’n € 12,50 voor twee personen ook nog wel pittig. Als ik op Ah.nl kijk, zie ik dat er elke week acht Allerhande-maaltijdpakketten zijn, waarbij je kunt kiezen tussen twee of vier personen. Maar dat lijkt te veel om allemaal in de winkel te leg­gen. Na de maaltijdboxen gaat het schap over in stoommaaltijden en salades, gepresenteerd in een zogeheten ‘watervalkoeling’, waardoor je de producten beter ziet dan in een wandkoeling. Tot slot staan hier ook de bekers verse pureersoep, bekers vol gesneden verse groente met een kruidenzakje erbij, waarmee je in vijftien minuten verse zelfgemaakte soep kunt maken.

Ik loop door naar de borrelcorner, het nieuwe, ‘vierde’ maaltijdmoment. Die ziet er mooi uit. Een blik op de producten verrast me wel: er lig­gen ook producten als ham en filet americain, dat is voor mij persoonlijk gewoon broodbeleg. De achterwand vormt wel weer een verleidelijke pre­sentatie met buitenlandse kazen en tapas, maar daar zou ik dan ook meer wijn bij verwachten; nee, niet de hele categorie, maar gewoon wat wijn als impuls, zoals ik dat in sommige AH XL’s al eerder zag. Het is toch een borrelassortiment?

Bij de dkw is bijna niks veranderd, op twee ele­menten na: elektronische prijskaartjes en bij som­mige productgroepen is dat idee van ‘zelf tappen, pakken, samenstellen’ doorgetrokken. Bij een patisseriekoeling met bonbons: zelf pakken en je keuze samenstellen. Daaronder: zelf scheppen met keuze uit zes soorten nootjes met chocolade coating. Zelf tappen, ook bij het broodbeleg, keuze uit vijf soorten hagelslag en drie soorten gepofte maïs (met choco-omhulling).

Al met al? Sommige details hebben me verbaasd, maar desondanks: alles bij elkaar veel gezonde vernieuwing, veel nadruk op innovatie, verse agf, gemak en zelf kiezen. Wat mij betreft, blijft het niet bij die 24 AH’s, maar mag het in ‘mijn AH’ ook doorgevoerd worden.

‘Tap to go’ bij AH To Go

Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Deze column van Evelyn is eerder verschenen in de Foodpersonality.

Sinds december konden AH-medewerkers het systeem ‘tap to go’ testen in de AH To Go van het hoofdkantoor. Nu is het er echt: ‘tap to go’ in de AH To Go in het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. Op naar het AMC. Geluk­kig heb ik daar nog nooit hoeven zijn…

Het AMC heeft een groot overdekt binnenplein, met winkels en eetgelegenheden. Medisch en verplegend personeel, artsen, patiënten, bezoe­kers, schoonmakers en bouwvakkers lopen af en aan. En waar je een kop koffie of iets te eten kunt kopen, is het extra druk. En dat is bij de AH To Go hier. Voor de ingang reclame op het stoepbord met ‘tap to go’: ‘supersnel betalen en nooit meer langs de kassa – activeer ‘m in de app’. Op de andere kant de uitleg, en ook op een beeldscherm draait een filmpje met uitleg.

Dus ik aan de slag. Eerst een folder met kaart ge­vonden in de winkel. Daarna de app gedownload, Android of iOS, dus zowel Google- als Apple- besturing (in tegenstelling tot wat in de media gemeld werd, beide zijn mogelijk). Je moet de app aan je ah.nl-account koppelen. Dan het nummer van de ‘tap to go’-kaart invoeren. Je ontvangt een code per sms om je telefoonnummer te bevesti­gen. Tot slot moet je het kaartnummer koppelen aan je bankrekening en een proefbetaling van 1 cent doen, en dan werkt het. Helaas kan ik die cent hier niet overmaken, omdat het een onbe­kend rekeningnummer is en ik geen ‘e-dentifier’ van de bank bij me heb. Dus les één voor ieder­een die hier ook eens boodschappen wil doen om het uit te testen: meld je van tevoren thuis aan! Het gevolg is wel: er zit niets anders op dan ge­bruikers te observeren, boodschappen doen gaat niet lukken. Nou is observeren in deze AH To Go geen saaie bedoening. Ik zie al behoorlijk wat mensen die de app of hun smartphone gebruiken. Voor de koffieapparaten van AH staat een bordje met ‘tap only’, dus daar kun je alleen nog maar ‘tappen’, maar ook daar is het druk.

Hoe werkt het? Hou je kaart kort tegen het elektronische prijskaartje van het product dat je wilt hebben. Het prijskaartje laat een blauw lichtje zien. Bedenk je je, dan hou je je kaart weer drie seconden tegen het prijskaartje, het licht oranje op en dan is het product weer van je aankopen- lijst verwijderd. Je kunt in plaats van de kaart ook je telefoon met tap to go-app waarop je ingelogd bent voor het prijskaartje houden. En dan zie je je aankoop meteen op het scherm verschijnen. Na tien minuten wordt het bedrag automatisch van je rekening afgeschreven.

Ik zie best al wat witte jassen naar binnenlopen en heel geroutineerd hun pas of telefoon gebrui­ken. Supersnel en efficiënt. De kassa overslaan scheelt echt veel tijd, te meer omdat vaak alle tien zelfscankassa’s al bezet zijn. Ook zie ik klanten nog wat onwennig hun telefoon te lang en/of te vaak voor het prijskaartje houden. En dan nog eens, om de dubbele scans er weer af te halen. Onwennig of niet en los van wat er nog aan privacy discussies voorbij zal komen, ik denk dat dit aan een enorme behoefte voldoet. Geen tijd kwijt in de lunch- of koffiepauze aan wachten in de rij om af te rekenen. Alsof je iets uit je eigen koelkast pakt. In een tijd dat we het allemaal druk hebben en geen tijd. in plaats van in drie minuten sta je nu in twintig seconden weer buiten. Als we kijken wat een vlucht contactloos betalen heeft genomen in Nederland, verwacht ik dat de consument tap to go ook gaat omarmen. Tijd­winst is juist een pre in een AH To Go: op een station wil je je trein halen, bij een pompshop wil je snel door naar je werk, een afspraak, naar huis.

‘En hoe zit het dan met derving/diefstal?’, klonk het begin deze maand vooral op sociale media en in de pers. Ik denk zelf dat het aantal gevallen van diefstal niet groter zal zijn dan bij de zelfscankassa’s die nu al op de stations staan. Spar en AH bevestigen dat met de opmerking dat als mensen willen stelen, ze dat toch wel doen. Misschien zijn er plekken in Nederland waar je het niet zou uit­proberen, maar klaarblijkelijk zijn de ervaringen van AH met de zelfscankassa’s positief genoeg om hier met dit tap to go-systeem te experimenteren. En diefstal van je tap to go-kaart? Dan moet je die blokkeren, net als bij een gestolen of kwijtgeraakte pinpas. Het is wél een betaalmiddel! Daarover lees ik in de algemene voorwaarden niets, maar een telefoontje naar de klantenservice leert: is je kaart gestolen, bel dan de klantenservice, die blokkeert de kaart en vraagt een nieuwe aan.

Na de start in deze AH To Go zal AH tap to go introduceren in de AH To Go op het metrostation van Amsterdam CS. Op termijn moeten tachtig AH To Go’s tap to go krijgen. Bovendien, als ik bedenk dat de AH-proefwinkel in Hoofddorp ook al elektronische prijskaartjes heeft, kan AH tap to go wellicht bij meer winkels gaan gebruiken. En dat zou dan weer een voordeel zijn. Want ik sta bij de AH bij mij in de buurt nog wel eens in de rij bij de zelfscankassa’s omdat ze allemaal bezet zijn.

Is AH de eerste? Nee, Spar begon al eerder met de kassaloze check-out, ‘skippen’, en klanten rekenen daar af via ABN Amro’s betaaldienst Tikkie. Maar dan moet je nog steeds inloggen bij je bank op de telefoon en betalen. Hier wordt het bedrag na tien minuten automatisch van je rekening afgeschreven. En Amazon Go dan? Waar je met camera’s in de gaten gehouden wordt en waar je alleen boodschappen kunt doen als je met je bankrekeningnummer bij Amazon ‘bekend bent’ en jezelf met je smartphone aangemeld hebt? Amazon Go omvat nu twee vestigingen in de VS. Amazon is hier nog niet actief. Dus het zou best kunnen dat zolang Amazon Nederland in dit opzicht links laat liggen, het systeem van AH een grote voorsprong neemt in ons land en een referentie wordt in boodschappen- en betaalgewoonten. In dat geval zal AH de Nederlandse klant zozeer hebben laten wennen dat Amazon het nakijken heeft (vergelijkbaar met pinnen, in tegenstelling tot de creditcards in het buitenland) – tenzij Amazon natuurlijk dit getèp gewoon overneemt als het Nederland binnenvalt.

Maar dat is koffiedik kijken.

Boodschappen doen bij Crisp, de nieuwe online supermarkt

Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Deze column van Evelyn is eerder verschenen in de Foodpersonality.

Ook al groeit het nog zo langzaam, langzaam maar zeker gaan we in Nederland meer online boodschappen doen. Dat heeft ook te maken met het groeiende aanbod van websupermarkten. Schreef ik vorige keer over Stockon.nl, de supermarkt voor de houdbare producten, sinds ongeveer een maand is er een ‘vers-tegenhanger’: Crisp.

Crisp is opgericht door Tom Peeters, Michiel Roodenburg, René Bink en Eric Klaassen. Bink heeft een Unilever-achtergrond, maar is wellicht bekender van Streekselecties en het Plus-merk Gijs. Roodenburg heeft een businesscontrolling- achtergrond bij Ahold. Peeters heeft een bancaire achtergrond en naderhand hield hij zich bezig met start-ups (interieur en decoratie via internet) en Klaassen is naast mede-oprichter nog partner van trendwatchbureau ‘Bloom’.

Maar eens gaan shoppen. Crisp is uitsluitend bereikbaar via een app. Die is snel gedownload, maar dan kom ik nog wel in de wachtrij. Die heb ik snel doorlopen en dan kan ik gaan shoppen. Dat is wel een belevenis. Ondanks het feit dat ik alles alleen op mijn telefoonscherm kan zien, word ik getrakteerd op mooie foto’s van maaltij­den en salades, met de kreet serieus gezond en vooral superlekker. Ik kom binnen op de pagina ‘nieuw’, met kruidnoten van Donny Craves, aangeprezen als biologisch, plantaardig, op basis van pastinaak, havermeel en speltbloem. ‘Vegan en gruwelijk lekker!’ Duidelijk geen gebruikelijke promotie van een standaardsupermarkt.

En dat klopt. Crisp doet al snel meer denken aan een speciaalzaak of een delicatessenzaak. Veelal biologische, verse producten van kwekers, telers, boeren etc. Inmiddels ruim 1.200 producten. Zes dagen per week geleverd. Met een aanbod dat seizoensmatig wisselt. Het doet me denken aan horecagroothandels. Eerlijk is eerlijk, als foodie loopt het water me in de mond.

Dan maar eens gaan bestellen. Dat blijft zo’n eerste keer altijd wel lastig. Vooral omdat vrijwel alle producten dan voor mij als klant nieuw zijn. Maar de categorieën nodigen uit om door heen te scrollen: vers bereid, waarin maaltijden, bijge­rechten, salades, soepen, pizza’s, quiches, pies en verse sauzen aangeboden worden. Ik bestel een pie ‘wild hazenpeper’ van Pom-pie uit Rijnsburg. Een leverancier die vooral bij evenementen, op weekmarkten, bij slagers, delicatessenzaken en bij Marqt verkoopt. Ik val ook voor de gevulde portobello, geleverd door Fit Foods. Verse maaltijden, gemaakt van veelal biologische ingrediënten. Voor als je even geen zin of tijd hebt om de keuken in te gaan. ‘If you want to live healthy, you want fit foods’, is een van de claims op de site. Storytelling hebben Crisp en de bedrijven achter Crisp wel in de vingers. En niet alleen voor de verse bereide producten, maar zelfs voor de agf: de ‘ratte’-aardappel is in de aanbieding; delicatesse uit Frankrijk, boterzachte structuur, nootachtige smaak. Of een truffelaardappel. Daarnaast hebben ze ook bildtstars, opperdoezers en eigenheimers. Gewone tomaten, pruimtomaten of ‘Coeur de Boeuf’-tomaat, met als vegatip: carpaccio van maken.

Er is een aparte categorie voor vega, delicatessen, kaas, zuivel, desserts en eieren, bakkerijproducten, maar Crisp heeft toch ook houdbare producten als beleg, dranken, snacks, pasta, etc.

De app is gebruiksvriendelijk, er is een horizonta­le scrollbalk met foto’s van de subsegmenten per categorie. Visueel aantrekkelijk en goed navigeer- baar. Duidelijk de tweede golf van e-commerce: niet alleen functioneel gemak, maar emotie, ontdekken en inspiratie opdoen.

In principe is het ‘vandaag besteld, morgen geleverd’, maar dat geldt niet voor alle producten. Zo is de soepvariant ‘rode linzen/kokos’ pas over twee dagen weer leverbaar, helaas.

Voor mij veel onbekende producten, maar zeer uitnodigend. Ook komen artikelen van bekende merken voorbij, zoals worsten van Brandt & Levi, zuivel van biologisch merk Weerribben, kaas van Cono Beemster, vruchtensappen van Schulp, eieren van Rondeel, de kiemgroenten van Koppert Cress (veel gebruikt door koks als smaakmaker en garnering). Het enige echte grote merk in dit assortiment is het bijna niet meer te vermijden Tony’s Chocolonely, andere bekende grote A-merken ontbreken.

Een barrière is wel het minimale bestelbedrag.

Dat is 40 euro, nog best een hoog bedrag voor vooral onbekende producten. Je betaalt dan ook nog € 2,95 bezorgkosten. Vanaf 75 euro is het bezorgen gratis.

De volgende dag ’s avonds wordt de bestelling bezorgd, gekoeld en wel, met nog twee gratis producten erbij, pepernoten van Van Delft en roombotercroissants. Meteen die avond de pie met pulled pork gegeten, zeer smakelijk.

De missie om eten van betere kwaliteit mogelijk te maken voor een groot publiek, is duidelijk. Het zal niet voor elke consument geschikt zijn, want het is niet goedkoop, maar Crisp kan best een markt voor zichzelf vinden onder consumenten die eten van goede kwaliteit weten te waarde­ren en die het om het geld niet hoeven te laten. Omdat de producten van bestaande leveranciers komen, vinden die via Crisp wellicht een groter afzetgebied. En voor potentiële klanten zoals ik is er opeens een delicatessenzaak bij waar ik niet meer de deur voor uit hoef.

Of Crisp in de toekomst onderscheidend en rele­vant genoeg zal blijven en zodoende een blijvertje is: dat weet niemand. Zeker ook omdat niemand weet welke e-commercepartijen er in de toekomst nog allemaal bij zullen komen.

De ‘beste’ Hoogvliet, in Ede

IMG 6911 e1554300862762 scaled
IMG 6913 1 scaled

Zoals (bijna) elke supermarktketen, organiseert ook Hoogvliet elk jaar een verkiezing van de beste Hoogvliet. Externe en interne juryleden beoorde­len de Hoogvliet-filialen, en die in Ede won on­langs. Maar wat merk je als shopper van zo’n beste Hoogvliet? Ik ging boodschappen doen in Ede.

Hoogvliet positioneert zich als ‘bewezen de goed­koopste’. En: dagelijks vers, altijd kwaliteit. Deze Hoogvliet begint, zoals alle ‘Hoogvliets’, met de bakkerij-afdeling. Aan de ene kant brood, aan de andere kant banket zoals appelflappen, maar ook pastel de nata (Portugese taartjes). Daarnaast een mooie kaasafdeling met ook wat wijn en worst. Hoewel Hoogvliet claimt dat brood formulebreed de ‘destination-categorie’ is, heb ik het gevoel dat dat hier de slagerij is. Naast de kaasafdeling staat de grill. Daar wordt de hele dag vlees in gegrild, zoals spareribs en beenham. Die liggen klaar om mee te nemen, in de vitrine tegenover de grill. Onweerstaanbaar, vond ik. Thuis gegeten: erg lekker. Vóór de grill ligt de vitrine vol vers gegrilde vleeswaren, zoals gegrilde rollade, rosbief en grill- worst. Verderop in de winkel staat een echte slager, grotendeels verstopt achter een tegeltjeswand. Maar je kunt ‘m goed zien werken achter de lagere vitrine waarin verder allerlei hapjes als kipspiesjes en balletjes liggen. Niet echt goedkoop, € 4,- voor een bakje kipspiesjes en € 6,- voor twee. Aansluitend het vlees. Veel ouderwets of ‘verge­ten’ vlees: balkenbrij, bloedworst, Brabantse zult, varkensreuzel. En opvallend veel grote pakketten vlees en kip, bijvoorbeeld 1,1 kg kip voor € 7,50. Hierdoor heb ik wel het gevoel in deze winkel goedkoop uit te zijn. Maar wel heel weinig biologisch of het Beter Leven-keurmerk. Dat komt overeen met wat ik na­derhand in de media zag: Hoogvliet ‘dreigde’ voor de campagne ‘Dierenverschrikker’ genomineerd te worden. Iets nieuws, niet van Wakker Dier of Varkens in Nood, maar Dier & Recht (tegenwoor­dig moet je steeds meer nadenken over welke ngo zoiets dan gaat). Hoogvliet heeft echter toegezegd vóór juli 2017 over te stappen op varkensvlees van het Beter Leven-keurmerk. Daarmee voorkomt het reputatie- en publicitaire schade, maar ik vraag me af of de doelgroep van Hoogvliet lage prijzen niet belangrijker vindt. De vis heeft wel allemaal het MSC- of ASC-keurmerk.

Ook maar eens kijken bij agf. Daar is wel wat bio­logisch te vinden, met name tomaten en komkom­mers, maar niet heel veel. Het bijzonderste vond ik de fairtrade-snoeptomaatjes. Tomaten, die komen toch uit Nederland? Nee, deze komen uit Tunesië. Fair Trade creëert banen, zorgt dat de boeren een faire prijs krijgen, en meer kinderen naar school kunnen. Maar alleen met deze fairtrade-tomaatjes schiet dat niet zo op, toch? Op deze afdeling zie ik ook veel grootverpakkingen, van bijvoorbeeld uien: alleen per kilo. Eigenlijk heel weinig voor kleinere huishoudens. Alleen het fruitpakketje voor € 1,-, bestaande bijvoorbeeld uit een banaan, twee mandarijnen en een sinaasappel, voorziet in de behoefte van kleinere huishoudens.

In de winkel zie ik veel cross-selling: op de versaf­delingen kaas met wijn, worst en noten, wijnac- cessoires en noten bij de wijn, verse limoenen bij het Corona-bier, haken met Stegeman-worst bij de wijn, bakhulpjes bij het bakschap. Jammer dat de prijzen van de non-food moeilijk te vinden zijn, dat werpt toch een drempel op. Ook incidenteel een misser: hutspotkruiden bij de kant-en-klare boerenkoolstamppot. En ik zie her en der in lokale artikelen, zoals bij de bieren het Edenaertje, jaze­ker, uit Ede.

Door de hele winkel communiceert Hoogvliet over een spaaractie voor gratis keukenhulpjes van het merk Zyliss. Met 30 zegeltjes, die je krijgt bij elke € 10,- opgeteld dus voor   €300,- aan boodschap­pen – heb je al een gratis steakmes, kaasmes of bamboesnijplank. Toch wat laagdrempeliger dan de spaaractie van Albert Heijn voor pannen van Vivo (van Villeroy & Boch), waar je 60 zegeltjes moet sparen, in totaal dus € 600,-, en minimaal € 6,99 moet bijbetalen voor de goedkoopste steelpan, maar bijvoorbeeld € 39,99 voor een gietijzeren pan. (Ik vraag me af in hoeverre dit soort spaaracties met elkaar concurreren: blijft de trouwe AH- bezoeker pannen sparen en de trouwe Hoogvliet- bezoeker keukenhulpjes, of switchen klanten en zo ja, tijdelijk of langer?)

Op verschillende plekken zie ik displays, bijvoor­beeld eentje met ‘Hollandse producten’ als thema: een wonderlijke combinatie van pannenkoeken­mix, stroopwafels, Wilhelmina-pepermunt, drop, erwtensoep en tulpen.

Aan het eind van de winkel tref ik een non- foodafdeling, met aanbiedingen op in-outbasis, van wafelijzers, emmers, tot kaarsen en lucifers. Een aanbod waarmee Hoogvliet weer meer op een discounter lijkt, maar Hoogvliet heeft dan ook een verleden als ‘soft discounter’.

Het gevoel: een hele andere winkel dan de gemid­delde servicesupermarkt; voor een heel ander pu­bliek. Hier zijn weinig elementen terug te vinden van de inmiddels gesloten Hoogvliet Versmarkten als verse pizza’s of verse kant-en-klaarmaaltijden. En er is een ander soort assortimentshelden of ‘product hero’s’, zeker niet de premiumproducten onder huismerk zoals AH met Excellent. Minder trendy assortiment, meer Hollandse kost voor Hol­landse mensen, gestampte pot, stevige kost, voor bouwvakker en vrachtwagenchauffeur.

Kan ik zomaar zien waarom dit de beste Hoogvliet is? Nee, dat blijft moeilijk. Niettemin, goed gevulde schappen, nette winkel, een vriendelijke caissière die een praatje aanknoopt, gratis parkeren, een prettige winkelbeleving.

Om de hoek nog even een rustige Ekoplaza bin­nengelopen en een versgebakken biologische frambozencrumblekoek gekocht. Kijk, zoiets vind ik dan bij Hoogvliet niet, daar is het niet de formule voor.Zoals (bijna) elke supermarktketen, organiseert ook Hoogvliet elk jaar een verkiezing van de beste Hoogvliet. Externe en interne juryleden beoorde­len de Hoogvliet-filialen, en die in Ede won on­langs. Maar wat merk je als shopper van zo’n beste Hoogvliet? Ik ging boodschappen doen in Ede.

Hoogvliet positioneert zich als ‘bewezen de goed­koopste’. En: dagelijks vers, altijd kwaliteit. Deze Hoogvliet begint, zoals alle ‘Hoogvliets’, met de bakkerij-afdeling. Aan de ene kant brood, aan de andere kant banket zoals appelflappen, maar ook pastel de nata (Portugese taartjes). Daarnaast een mooie kaasafdeling met ook wat wijn en worst. Hoewel Hoogvliet claimt dat brood formulebreed de ‘destination-categorie’ is, heb ik het gevoel dat dat hier de slagerij is. Naast de kaasafdeling staat de grill. Daar wordt de hele dag vlees in gegrild, zoals spareribs en beenham. Die liggen klaar om mee te nemen, in de vitrine tegenover de grill. Onweerstaanbaar, vond ik. Thuis gegeten: erg lekker. Vóór de grill ligt de vitrine vol vers gegrilde vleeswaren, zoals gegrilde rollade, rosbief en grill- worst. Verderop in de winkel staat een echte slager, grotendeels verstopt achter een tegeltjeswand. Maar je kunt ‘m goed zien werken achter de lagere vitrine waarin verder allerlei hapjes als kipspiesjes en balletjes liggen. Niet echt goedkoop, € 4,- voor een bakje kipspiesjes en € 6,- voor twee. Aansluitend het vlees. Veel ouderwets of ‘verge­ten’ vlees: balkenbrij, bloedworst, Brabantse zult, varkensreuzel. En opvallend veel grote pakketten vlees en kip, bijvoorbeeld 1,1 kg kip voor € 7,50. Hierdoor heb ik wel het gevoel in deze winkel goedkoop uit te zijn. Maar wel heel weinig biologisch of het Beter Leven-keurmerk. Dat komt overeen met wat ik na­derhand in de media zag: Hoogvliet ‘dreigde’ voor de campagne ‘Dierenverschrikker’ genomineerd te worden. Iets nieuws, niet van Wakker Dier of Varkens in Nood, maar Dier & Recht (tegenwoor­dig moet je steeds meer nadenken over welke ngo zoiets dan gaat). Hoogvliet heeft echter toegezegd vóór juli 2017 over te stappen op varkensvlees van het Beter Leven-keurmerk. Daarmee voorkomt het reputatie- en publicitaire schade, maar ik vraag me af of de doelgroep van Hoogvliet lage prijzen niet belangrijker vindt. De vis heeft wel allemaal het MSC- of ASC-keurmerk.

Ook maar eens kijken bij agf. Daar is wel wat bio­logisch te vinden, met name tomaten en komkom­mers, maar niet heel veel. Het bijzonderste vond ik de fairtrade-snoeptomaatjes. Tomaten, die komen toch uit Nederland? Nee, deze komen uit Tunesië. Fair Trade creëert banen, zorgt dat de boeren een faire prijs krijgen, en meer kinderen naar school kunnen. Maar alleen met deze fairtrade-tomaatjes schiet dat niet zo op, toch? Op deze afdeling zie ik ook veel grootverpakkingen, van bijvoorbeeld uien: alleen per kilo. Eigenlijk heel weinig voor kleinere huishoudens. Alleen het fruitpakketje voor € 1,-, bestaande bijvoorbeeld uit een banaan, twee mandarijnen en een sinaasappel, voorziet in de behoefte van kleinere huishoudens.

In de winkel zie ik veel cross-selling: op de versaf­delingen kaas met wijn, worst en noten, wijnac- cessoires en noten bij de wijn, verse limoenen bij het Corona-bier, haken met Stegeman-worst bij de wijn, bakhulpjes bij het bakschap. Jammer dat de prijzen van de non-food moeilijk te vinden zijn, dat werpt toch een drempel op. Ook incidenteel een misser: hutspotkruiden bij de kant-en-klare boerenkoolstamppot. En ik zie her en der in lokale artikelen, zoals bij de bieren het Edenaertje, jaze­ker, uit Ede.

Door de hele winkel communiceert Hoogvliet over een spaaractie voor gratis keukenhulpjes van het merk Zyliss. Met 30 zegeltjes, die je krijgt bij elke € 10,- opgeteld dus voor   €300,- aan boodschap­pen – heb je al een gratis steakmes, kaasmes of bamboesnijplank. Toch wat laagdrempeliger dan de spaaractie van Albert Heijn voor pannen van Vivo (van Villeroy & Boch), waar je 60 zegeltjes moet sparen, in totaal dus € 600,-, en minimaal € 6,99 moet bijbetalen voor de goedkoopste steelpan, maar bijvoorbeeld € 39,99 voor een gietijzeren pan. (Ik vraag me af in hoeverre dit soort spaaracties met elkaar concurreren: blijft de trouwe AH- bezoeker pannen sparen en de trouwe Hoogvliet- bezoeker keukenhulpjes, of switchen klanten en zo ja, tijdelijk of langer?)

Op verschillende plekken zie ik displays, bijvoor­beeld eentje met ‘Hollandse producten’ als thema: een wonderlijke combinatie van pannenkoeken­mix, stroopwafels, Wilhelmina-pepermunt, drop, erwtensoep en tulpen.

Aan het eind van de winkel tref ik een non- foodafdeling, met aanbiedingen op in-outbasis, van wafelijzers, emmers, tot kaarsen en lucifers. Een aanbod waarmee Hoogvliet weer meer op een discounter lijkt, maar Hoogvliet heeft dan ook een verleden als ‘soft discounter’.

Het gevoel: een hele andere winkel dan de gemid­delde servicesupermarkt; voor een heel ander pu­bliek. Hier zijn weinig elementen terug te vinden van de inmiddels gesloten Hoogvliet Versmarkten als verse pizza’s of verse kant-en-klaarmaaltijden. En er is een ander soort assortimentshelden of ‘product hero’s’, zeker niet de premiumproducten onder huismerk zoals AH met Excellent. Minder trendy assortiment, meer Hollandse kost voor Hol­landse mensen, gestampte pot, stevige kost, voor bouwvakker en vrachtwagenchauffeur.

Kan ik zomaar zien waarom dit de beste Hoogvliet is? Nee, dat blijft moeilijk. Niettemin, goed gevulde schappen, nette winkel, een vriendelijke caissière die een praatje aanknoopt, gratis parkeren, een prettige winkelbeleving.

Om de hoek nog even een rustige Ekoplaza bin­nengelopen en een versgebakken biologische frambozencrumblekoek gekocht. Kijk, zoiets vind ik dan bij Hoogvliet niet, daar is het niet de formule voor.

Boon’s Markt in Beesd

Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Deze column van Evelyn is eerder verschenen in de Foodpersonality.

Afgelopen december is Boon’s Markt in Beesd geopend, de plaats die ‘wij in de branche’ meteen associëren met het hoofdkantoor van Superunie. Deze winkel is de eerste van de nieuwe genera­tie Boon’s Markten. In Linschoten waren al wat nieuwe elementen getest, maar Beesd zou de blauwdruk zijn voor alle verdere Boon’s Markten. Deze in Beesd is hiervóór een MCD geweest. MCD zal geleidelijk verdwijnen en plaatsmaken voor Boon’s Markt, liet Boon bij monde van directeur Willem Boon vorig jaar weten.

Beesd heeft even moeten wachten op deze nieuwe supermarkt, omdat Boon niet alleen wilde om­bouwen, maar ook wilde uitbreiden. Maar eens een kijkje nemen in Beesd.
Boon’s Markt zit aan het Dorpsplein. Momenteel wordt het plein verbouwd, dus parkeren is even een uitdaging. Als je bij Boon’s Markt binnenkomt, zie je nog voor de poortjes een scherpe aanbieding spruiten: 2 x 500 gram voor € 1,00. Een onderscheidende prijskraker is dat ook weer niet, want spruiten zijn bij elke formule spotgoedkoop, maar ’s winters de spruitenconsumptie bevorderen kan nooit kwaad.

Ook zie je direct links een Primera, met kranten en tijdschriften, bloemen, cadeautjes en uiter­aard tabak. Die Primera zit vóór de poortjes. Het lijkt een onderdeel van Boon’s Markt. Zou Boon ook franchisenemer van Prime­ra zijn hier? Of is dat gewoon een opmerkelijke samenwerkingsvorm?

Dan kom je op het ruime en overzichtelijke versplein. Ertegenover zie ik een koelvitrine, met een maaltijdsuggestie onder de noemer ‘Wat eten we vandaag?’. Alle onderdelen voor een ham­burger liggen er, tegen een aantrekkelijke prijs en in een goed uitgevoerde presentatie. Verder veel houten kistjes op dit plein, en ook rondom versafdelingen van de slagerij (mét slager), de bakkerij met ovens en de kaasafdeling.

Er is veel personeel dat producten verwerkt, bij de slagerij wordt gegrild en er worden belegde smulbroodjes met spek en kaas gemaakt, voor thuis in de oven. Bij de bakkerij worden broodjes en snacks gemaakt.

Ik zie een ruime sortering kaas in de bedie­ning, met een ‘kaaskiesterminal’, met de naam ‘Cheesius’. Dit blijkt bij naderhand nazoeken de ‘kaascomputer’ te zijn die leverancier Zijerveld heeft ontwikkeld. Ik vraag me af of die veel ge­bruikt wordt. De kant-en-klare kaasplankjes voor € 5,00 die erachter liggen, spreken mij althans meer aan. Maar dan mis je natuurlijk de wijnsuggestie: carpaccio met geitenkaas – een van de tips – sla ik toch even over.

Deze Boon’s Markt pakt ook veel ruimte voor een presentatiemeubel met koeken en maar liefst twee koelvitrines met gebak.

Al met al een enigszins traditioneel aanbod, dat het in een dorp als Beesd goed zal doen, denk ik. Terug op de agf-afdeling is er een ruim assorti­ment in relatief ondiepe schappen. Boon heeft kennelijk gekozen voor een ruim aanbod dat vers moet zijn en blijven, bij een beperkte derving, dus hanteert het een beperkte voorraad. Wel behoorlijk veel scherpe agf-aanbiedingen.

Daarna kom ik via een doorgang bij de dkw: de gezellige sfeer van het versplein slaat hier om in lange gangpaden, met blauwe actiekoppen. Strak, ook de houten bordjes bij de wijn met smaak- aanduidingen verhelpen dat niet echt. Daarmee zeg ik natuurlijk niet dat bij andere formules dkw altijd een avontuur is.

Het is druk als ik er ben. Overal staan klanten met elkaar te praten. Een echte dorpswinkel, ken­nelijk kent iedereen elkaar wel zo’n beetje hier. De betrokkenheid van de mensen uit Beesd bij deze Boon’s Markt blijkt ook uit een bericht dat ik na­derhand op internet vind: eind 2014 heeft Boon de klanten van die toenmalige MCD in een bus meegenomen naar een Boon’s Markt in Woudrichem, om hen alvast een kijkje te laten nemen in de supermarkt die zij in Beesd zouden krijgen.

Tja, wat vind ik ervan? Het is een moderne en complete dorpssupermarkt, met een vrolijke, on­derscheidende huisstijl en met veel prijssignalen om de ongeveer 4.700 inwoners uit Beesd ervan te overtuigen dat ze voor een compleet aanbod en scherpe prijzen niet helemaal naar grotere plaatsen als Geldermalsen of Leerdam hoeven te rijden. Daarmee lijkt Boon op dorpswinkels van Coop of Spar en andere formules die Superunie-lid zijn, met de nadruk op vers en dagelijkse boodschappen. Boon heeft zeker voor sommige onderdelen ook duidelijk gekeken naar andere formules: de tegels op het versplein en het gratis fruit voor kinderen doen me sterk aan Emté 3.0 denken. Het ‘Wat eten we vandaag?’-meubel doet me aan Coop denken. Ook het assortiment dat meer dorps dan stads is, doet me denken aan andere regionale formules met relatief veel vestigingen in dorpen. En die bij ‘foodinnovaties’ eerst de kat uit de boom kijken, om af te wachten of zoiets een ‘frats uit de grote steden’ blijft of dat het bij een groter publiek gaat aanslaan. Met best veel vakmensen en personeel dat jou, klant, kent en een praatje met je maakt.

De openingstijden zijn prima, maandag t/m zaterdag van 8 tot 8; zo kunnen de inwoners van Beesd door de week ook nog na het werk bood­schappen doen. Op zondag dicht, maar dat is wel begrijpelijk, gezien de christelijke gezindte van deze regio (het kan ook met de gezindte van het bedrijf Boon zelf te maken hebben).

Kortom, zo kan elk dorp toch z’n eigentijdse supermarkt behouden.

Jumbo met Foodmarkt-onderdelen

Een klant attendeerde me op de heropening van een Jumbo in Deventer, met meer Foodmarkt- elementen. Deze Jumbo ligt in een relatief nieuw winkelcentrum, op een oud kazerneterrein, de Boreelkazerne. Uitgerekend naast een La Place. Dat laatste blijkt geen nieuw beleid te zijn, maar veeleer toeval, die La Place zat er al. En wat is er dan nieuw bij deze Jumbo in De­venter? Laat het vooropgesteld zijn: dit is niet de Jumbo-gemaksvariant, want die zit er nog aan te komen. Dit is een Jumbo die het bedrijf heeft aangevuld met Foodmarkt-elementen.

Vooraan in deze Jumbo vind je de agf-, de vlees- en de visafdeling alle drie bij elkaar, dus: alle maaltijdcomponenten bij elkaar. De diepvriesschepvis (ooit gestart in de Jumbo Foodmarkt Breda) is wel bekend, de diepvriesvis is opvallend betaalbaar: € 1,00 per 100 gram (veel lager dan de gekoelde vis, waarbij de zalm vrijwel onbetaalbaar is). Na het vlees vind je de afdeling met zelfgemaakte pizza’s, sushi en vers gegrild vlees. De pizza’s zien er fantastisch uit en lijken ook goed verkocht te worden. Omdat ik aan die Jumbo Foodmarkt denk, vraag ik om een stuk warme pizza, maar de jongen achter de counter vertelt me dat het om pizza’s gaat die je thuis in de oven moet doen. He­laas. Ik dacht toch echt een oven te zien, maar dat is waarschijnlijk de grill voor het vlees. Wat hij me niet vertelt, is dat er na de kassa een eethoek volgt, waar ik wél een warme pizza kan krijgen. (Daar kom ik naderhand zelf nog achter, maar dan heb ik mijn boodschappen al gedaan). De sushi en de het gegrilde vlees komen wat mij betreft iets minder uit de verf. Het gegrilde vlees = kip, kip en nog ‘s kip: hele kip, kipkluifjes en kip­penpoten, maar ze ogen niet heel uitnodigend en vers. Tussen de sushi en de gegrilde kip liggen nog wat kant-en-klaarmaaltijden zoals aardappelpuree met worstjes en jus. Het is me wat onduidelijk, wat dóen die hier eigenlijk? Zijn die hier bereid of niet? En het draagt ook niet echt bij aan de versuitstra­ling van het geheel. De taartenafdeling is helaas niet overgenomen van de Foodmarkt. Ik zie weliswaar een prima aanbod, maar niet de mooie taartenafdeling die je soms elders in een Jumbo ziet. Even een zijpaadje: op de kopstellingen staat vaak een huismerkartikel voor een lage of actieprijs, bijvoor­beeld een kopstelling vol all-in-one- vaatwastabletten, van de ‘allerslimste koop’. Het ziet eruit als een keurmerk van de Consumentenbond, maar het is het budgetmerk van Jumbo, of zoals Jumbo zelf zegt: ‘topkwaliteit voor een Hollands prijsje’, veertig tabletten voor € 2,89. En in het middenpad staan de jaaraanbiedingen: hele kopstellingen vol met een product als Cup-a-Soup van Unox of een kopstelling Spa. Verder met mijn route: ik tref er een demostand aan, waar een linzen-schotel wordt bereid en die kun je ook proeven. Tussen het fris, de wijn en het bier staan ook koel­kasten, zodat je je product ook gekoeld mee naar huis kunt nemen. Wijnadvies kun je ook krijgen, maar liefst elf medewerkers hebben hun diploma gehaald als wijnadviseur, lees ik. Ik zie lokale specialiteiten, o.a. Deventer mosterd (tien soorten), maar ik zie ook een uitgebreid Pools assortiment met makreel, goulash en natuurlijk Pools bier.

En na de kassa zien we allereerst die eethoek: zoete en hartige snacks (die pizzapunten, bijvoorbeeld), koffie & thee en smoothies. Die eethoek bleek er al vóór de verbouwing te zijn, maar dan kleiner, nu is er bijvoorbeeld ruimte voor zestien zitplaatsen. Nieuw hier is ook de vers gebakken kibbeling voor € 1,45. Op de markt betaal ik echt meer. Tot slot bij de uitgang: een softijsmachine, om zelf te bedienen, een hoorntje pakken, 50 cent in de machine, tappen en klaar; van echte weidemelk. Nu is het daar nog wat fris voor, maar het lijkt me in de zomer een groot succes. Met deze vestiging geeft Jumbo zijn formule weer een fris gezicht, aangevuld met service-elementen zoals een afhaalpunt, een smartphone-oplaadcentrum, een aanbod uit Deventer en omgeving en producten voor Poolse werknemers. En met ‘blurringvormen’ tussen directe consump­tie en thuisverbruik. De mix tussen horeca en thuisverbruik is duidelijk in opkomst, gezien de berichtgeving van AH onlangs over het nieuwe Bakery Cafe en Deli Kitchen en de Jumbo hier. Synergie met La Place, die heb ik echter nog niet gevonden. La Place is hier eerder een concurrent. En of dat makkelijk is voor La Place? Voor de prijzen bij de Jumbo-eethoek kun je niet bij de La Place terecht. Maar daarvoor heeft La Place dan weer een groter assortiment, alles biologisch en is het aanbod ook iets gezonder dan bij de Jumbo- eethoek.

Jumbo deventer foodcorner

‘Het nieuwe eten’ bij AH Gelderlandplein

Evelyn van Leur, partner bij de Category & Trade Company, bezoekt een supermarkt of levensmiddelenwinkel en kruipt in de huid van de weldenkende shopper. Deze column van Evelyn is eerder verschenen in de Foodpersonality.

Albert Heijn meldde in de media over de start- ups die een kans krijgen om hun nieuwe product aan de klanten te tonen en te laten proeven in de AH in winkelcentrum Gelderlandplein, in Amsterdam Buitenveldert. Dat klinkt als een interessant initiatief. Naar Buitenveldert getogen voor een kijkje.
Tegenover de sushibar en Deli Kitchen is een eiland gemaakt voor de start-ups, opvallend geplaatst en in de 100%-looproute. Een eenvoudige, maar effectieve opstelling met een banner, wat kistjes en twee koelingen. Iedereen komt erlangs.
In de week dat ik er ben, is Jennifer’s Flatbread het gepresenteerde bedrijf en product (het bedrijf van Jennifer Westgeest, die al jaren in de sector werkzaam is, waaronder ook een tijd als category manager voor maaltijden bij AH). Flatbread kennen we al, maar wat leuk is, is dat Jennifer het aanbeveelt om salade op je flatbread te doen. En alle ingrediënten voor drie lekkere recepten staan er ook, net als een van de vijf dressings. Klinkt als een goed idee, flatbread en salade. Bij het eten van alleen salade ontbreekt vaak nog wat, en dan is zo’n knapperig flatbread als de aanvulling bij een salade een origineel idee.

Ik vind het in deze grote AH mooi gepresenteerd: het oogt als een volledig concept, drie recepten erbij, vegetarisch, met zalm en met andere vis. En alle andere ingrediënten en onderdelen om die recepten te kunnen maken, zoals spinazie, komkommer, ui, appel en zalm. Samen met het flatbread heb ik het gekocht en ’s avonds meteen gegeten. Viel in de smaak.
Hoe reageren klanten? Nieuwsgierig. ‘Wat is dat dan?’, even proeven van de dressing met een stuk komkommer. Jennifer vertelt dan intussen over wat flatbread is en hoe ze aan de keuze van haar vijf dressings is gekomen – de leverancier kan er dus tegenover AH-klandizie aan ‘storytelling’ doen. Ze heeft een keuze gemaakt om een dressing mee te nemen deze week, de variant honing- mosterd-tijm. Maar er zijn dus nog vier dressings die erg lekker klinken. Jennifer’s Flatbread is verder ook verkrijgbaar in het foodservicekanaal, bijvoorbeeld bij Deli XL.
Jennifer’s Flatbread is een van de vier initiatieven van start-ups die Albert Heijn deze maand aan klanten laat zien en laat uitproberen.
De eerste week stond er Tea by Me, thee van Nederlandse bodem, om te kopen of om zelf te kweken. De tweede week Groentenbrood, waar het water in brood vervangen is door sap en pulp van verse groenten. De week dat ik er ben, dus Jennifer’s Flatbread en de daaropvolgende week zijn de ‘vegan’ taartjes en koekjes van Sharp aan de beurt. Zonder gluten, biologisch en geen toegevoegde suikers.
Waarom doet AH dit? Het past in de Albert Heijn-strategie van ‘het gezondste en geliefdste bedrijf van Nederland’ worden. Het sluit ook aan bij de Product Pitches, die AH sinds een paar jaar in samenspel met veelal kleinschalige fabrikanten doet om de assortimentsinnovatie aan te wakkeren. Maar dit is meer. Bij een product pitch wordt je product wellicht opgenomen in een aantal winkels, maar staat dan gewoon in het schap en valt wellicht ook weg tussen alle andere 25.000 producten. Hier, in deze AH, staat ‘de kleine fabrikant’ niet in het schap, maar krijgt hij als illustratie van ‘het nieuwe eten’ een podium. Het wordt getoond, je kunt het als klant proberen en het staat zo compleet mogelijk op de winkelvloer. De gekozen producten en bedrijven sluiten zoveel mogelijk aan bij ‘gezond en innovatief eten’, waar AH voor wil staan. En het is verrassend voor de klant. Klanten worden betrokken bij het testen van nieuwe producten en beslissen zo mee. Verrassend en op een manier die bij AH past: het nieuwe eten, on trend: vegan, groente, salade en thee.
AH is in mijn ogen nog steeds een strak geleide machine, waar vaak maar weinig ruimte is voor kleine initiatieven. Dit initiatief is in korte tijd en met weinig kosten opgezet. Meer ‘agile’, is kennelijk de gedachte van AH. Eigenlijk wordt iets wat bij AH To Go al een paar jaar werkt, nu ook bij AH XL voorzichtig uitgeprobeerd.
Ik weet alleen niet of alle klanten beseffen dat het een test is en dat het product na deze week wellicht niet meer verkrijgbaar is. En de vraag is natuurlijk hoe dan verder na deze 4 weken? Wekelijks doorgaan hiermee? En hoe dan uitrollen naar meer winkels? Zijn alle XL’s hiervoor geschikt? En hoe kan ik dan deze producten na deze week als consument nog bemachtigen?
Maar als ik zulke vragen kan verzinnen, ga ik ervan uit dat er ook genoeg mensen bij AH op het hoofdkantoor zijn die die vragen bedenken, en daar een antwoord op gaan bedenken. Want een weekje productpresentatie is natuurlijk slechts een aanzet tot meer.
Een verfrissend en innovatief initiatief, waarbij Albert Heijn de klanten direct laat meepraten, meekijken en mee uitproberen. Passend in de tijd om je klanten erbij te betrekken, die betrokkenheid te vergroten en een dialoog met hen aan te gaan. Ik denk dat we hier nog wel meer van gaan horen.